Nadat ze had gezien hoe Breivik twee jonge deelnemers van het zomerkamp van de jongerenafdeling van de Noorse Arbeiderspartij neerschoot, sloeg ze op de vlucht. Ze verstopte zich in een rotsspleet waar ze andere jongeren, een aantal van hen was zwaargewond, beschermde.
Brenna zei over Breivik: „Ik hoorde hoe hij na het raakschieten begon te jubelen.” Volgens Brenna was de Noor duidelijk blij over het bloedbad dat hij aanrichtte. „Als ik het zou moeten spellen, riep hij WHOO-HOO. Duidelijk vreugdekreten.” Breivik, die een paar meter van de vrouw vandaan zat, schudde zijn hoofd bij haar verklaring. Op 20 april zei de Noor tegen de rechtbank dat hij het vreselijk vond om mensen neer te schieten en dat hij zeker niet had gelachen.
Het is de vierde week van het proces tegen Breivik. Sinds vorige week is besproken hoe zijn slachtoffers op Utoya stierven. Ook woensdag werden weer sectierapporten van de doden van Utoya besproken. De jongste van hen was de 14-jarige Sharidyn Svebakk-Bohn, die stierf aan de gevolgen van twee schoten in haar rug.
Op Utoya vermoordde de Noor 69 mensen nadat hij eerder op de dag een bom had laten ontploffen in Oslo, wat acht mensen het leven kostte.
De gedaagde is aangeklaagd voor terrorisme en moord en kan maximaal 21 jaar celstraf krijgen. Als de rechters denken dat hij ontoerekeningsvatbaar is, kan hij worden opgesloten in een psychiatrische inrichting. Twee onderzoeken naar Breiviks geestesgesteldheid spreken elkaar tegen. Het vonnis wordt waarschijnlijk in juli uitgesproken.