De debatwedstrijd is een initiatief van drie vwo 4-leerlingen van het Calvijn College in Goes. Marten van der Maas, Mark Joosse en Leander Tramper zijn alle drie gek op debatteren. Zij kregen van de provincie Zeeland, de gemeente Goes en de Europese Commissie subsidie om het toernooi te organiseren.

In het Statencomplex aan het Middelburgse Abdijplein kruisten de finalisten de degens over twee prikkelende Zeeuwse stellingen: „Het samenvoegen van Zeeland en Zuid-Holland is wenselijk” en „Als het warmer is dan 25 graden moet een treinkaartje naar Zeeland gratis zijn.”

De debaters deden verwoede pogingen de anderen van hun eigen standpunt te overtuigen. Als voorstanders van de eerste stelling wezen de CSW’ers op het economische belang dat gediend zou zijn met een fusie van Zuid-Holland en Zeeland („Zeeland zal opbloeien”). Het Zwin College hamerde als tegenstander op het belang van het behoud van de Zeeuwse identiteit: „Wat krijgen we dan straks? Een Zeeuws-Zuid-Hollandse bolus?”

Over de tweede stelling werd een wisseldebat gehouden, waarbij de deelnemers in de huid van zowel voor- als tegenstander moesten kruipen. Duidelijk werd dat een gratis treinkaartje richting Zeeland zal leiden tot minder files en de portemonnee van Zeeuwse ondernemers zal spekken doordat de reizigers geld overhouden dat ze in Zeeland zullen uitgeven. Maar het vooruitzicht om als gewone burger „tussen stinkende en zwetende strandgangers in de trein te moeten staan” was dan weer minder aanlokkelijk.

De jury, bestaande uit VVD-senator Schouwenaar, CU-wethouder van Middelburg Beekman en Omroep Zeelandpresentator Ariane Lafort, wees CSW uiteindelijk als winnaar aan, omdat die het debat net iets voortvarender voerde. Maar senator Schouwenaar prees beide teams omdat ze er naar zijn mening allebei in geslaagd waren hun standpunten overtuigend op de tegenstanders over te brengen. Zelfs in de Eerste Kamer komt het nogal eens voor dat afgevaardigden zo vol zijn van hun eigen betoog dat ze vergeten naar de ander te luisteren, vertelde Schouwenaar.

De teams van het Scheldemondcollege in Vlissingen en het Calvijn College in Goes eindigden op de derde en de vierde plaats.

-

„Soms ook humor gebruiken”

Op 14 april deed ze mee aan het Nationaal Jeugddebat in de Tweede Kamer in Den Haag. Daar raakte Johanna Butijn (14) uit Aardenburg aan de praat met Mark Joosse, een van de drie initiatiefnemers van de Zeeuwse debatwedstrijd. Ze besloot mee te doen. Gisteren bereikte zij met haar teamgenoten van het Zwin College de finale in Middelburg. „We hebben het best goed gedaan”, blikt Johanna terug. „We kwamen als team ook spontaan over.” De Zeeuws-Vlaamse houdt van debatteren. „Het is heel belangrijk om je mening te laten horen. Maar je moet die mening ook goed over kunnen brengen en daarbij serieus en alert zijn, maar soms ook humor gebruiken.” Of ze ooit de politiek in zal gaan weet Johanna nog niet. „Ik weet nog niet precies wat ik wil, maar ik sluit niets uit”, besluit ze, als een volleerd politicus.


-

„Leuk je mening te verwoorden”

Samuel van der Rande (18) uit Middelburg zat in het winnende CSW-team. De vwo-leerling houdt van debatteren. „Het is leuk om je mening te verwoorden, bezig te zijn met actuele problemen, goed na te denken over voors en tegens en die zorgvuldig tegen elkaar af te wegen”, vertelt hij. „De meerwaarde van deze debatwedstrijd is dat het een puur Zeeuws toernooi is, met Zeeuwse deelnemers en Zeeuwse thema’s. Zo ontstaat er een andere vorm van debatteren.” Samuel is lid van de debatclub op zijn school. Toen hij hoorde van deze wedstrijd besloot hij mee te doen en gaf zich op. Wil hij later de politiek in? „De politiek lijkt me heel erg leuk”, beaamt hij. „Maar na de zomer ga ik landschapsarchitectuur studeren.”