Een beetje nerveus zijn ze wel, Heidi Hop (15) uit Elspeet en Niels Blotenburg (16) uit Wekerom. Ze hebben met hun klas dan wel een week lang alle belangrijke zakelijke omgangsregels geoefend, die in de praktijk brengen tijdens een receptie is toch een ander verhaal.

Terwijl hun klasgenoten gehaast heen en weer lopen om zichzelf in gereedheid te brengen, maken Heidi en Niels nog snel even tijd voor een interview.

De twee willen later graag aan het werk in de verkoopbranche en vinden het erg nuttig nu al wat zakelijke omgangsvormen aangeleerd te krijgen. Wat ze geleerd hebben? Heidi: „Hoe je een hand moet geven, bijvoorbeeld: niet te slap, want dat komt onzeker over. En ook niet te krachtig, want dan lijk je kattig.” Niels: „Ik vond het vooral leuk dat we leerden hoe je op een correcte manier contact legt met mensen. Die kennis geeft zelf­vertrouwen, waardoor je ook op iemand af durft te stappen.”

Op de in scène gezette receptie komen tien gasten, onder wie David van As, directeur van het bestuurs­bureau van het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid. De leerlingen moeten deze gasten volgens de regels van de etiquette benaderen en met hen netwerken. „Bij het netwerken is het vooral belangrijk dat je jezelf bent”, weet Heidi. „Je moet ervoor zorgen dat je contact maakt met de ander. Als het klikt, kun je misschien diensten uitwisselen.”

Niels: „Het is niet de bedoeling dat je een verkooppraatje gaat houden. Netwerken gaat vooral om het menselijk contact.”

De twee Fruytierleerlingen zien eruit om door een ringetje te halen. Niels draagt een stropdas, een colbert, een nette lichte broek en chique schoenen. Dat moet, zegt hij. „Lange broek, lange mouwen en colbert zijn verplicht in de zakenwereld. Al heb ik op de broek na alles geleend.” Lachend: „Dankzij mijn netwerk.” Heidi draagt een stijlvolle jurk, panty’s en een jasje. „Vrouwen moeten zich netjes kleden: rokken tot op de knie en liefst lange mouwen. En het is heel belangrijk dat je bij zakelijke contacten een panty draagt. Zonder ladders.”

De meeste klasgenoten hebben zich uitstekend aan de regels voor zakelijke kleding gehouden. Op een paar uitzonderingen na. Een jongen in jeans en een T-shirt scoort minpunten, evenals een meisje met een strak, kort rokje.

Als de receptie begint, stromen de leerlingen de kantine binnen om zich netjes voor te stellen aan hoofdgast David van As. Daarna nemen ze achter de ronde statafels plaats, waar ze wat onwennig om zich heen kijken.

Na een minuut of twintig komen ze echter los. Vrijmoedig stellen ze zich voor, drinken keurig hun kopje koffie en thee leeg en luisteren beleefd naar elkaar. Docent De Bruin loopt rond en maakt aantekeningen over hun gedrag. „Ik kijk of ze niet met hun armen over elkaar heengeslagen staan, of ze geen handen vol pinda’s aan het eten zijn en of hun kleding in orde is.”

Heidi en Niels lijken het keurig te doen. Ze zien er alleen wat verhit uit. Niels laat zijn handen zien, die licht trillen. „Ik heb al wat visitekaartjes achtergelaten, maar wil nog een paar mensen spreken.” Heidi: „Het is erg leuk. Ik dacht van tevoren dat het veel enger zou zijn, maar het valt alles mee.” En weg zijn ze weer, op weg naar de volgende kennismaking.

----

Zakelijke etiquette

- Niet te pas en vooral niet te onpas populair doen.

- Geen vieze nagels, vlekken op kleding, losse zoom, losse draden, vouwen in pantalon, ongepoetste schoenen en afgetrapte hakken.

- Niet voordringen.

- Iemand niet voortdurend aanraken terwijl je hem of haar niet kent.

- Niet met een collega doorpraten, terwijl de klant wacht.

- Geen onsmakelijke geluiden maken, tussen tanden pulken.

- Geen seksistische of racistische opmerkingen maken.

- Een potentiële klant niet van achteren aanspreken.

- Geen glaasje te veel drinken tijdens een ontmoeting.

- Spreek iemand niet in zijn rug aan, maar loop naar hem toe, ga naast hem staan, maak oogcontact en spreek hem dan pas aan.

- Spreek niet neerbuigend (”meneertje”, ”mevrouwtje”, of iets dergelijks).

- Val nooit het bedrijf af waar je voor werkt.

- Spreek een ouder iemand altijd met u aan.

- Corrigeer een ander niet in het bijzijn van anderen.

- Tijdens je werk ligt je mobiel in de kantine/kluis.

Bron: scholengemeenschap Jacobus Fruytier, Apeldoorn