Nederlandse scholieren hebben ook minder interesse en plezier in het vak dan leerlingen in andere landen. Maar het ligt niet alleen aan de leerlingen; er staan ook minder bevoegde docenten voor de klas dan in andere landen.

Vreemd genoeg zijn Nederlandse jongeren toch relatief goed in wiskunde. Europees staat Nederland op de derde plek, na Zwitserland en Liechtenstein. Dat blijkt uit de resultaten van een wereldwijd onderzoek in 65 landen naar praktische kennis en vaardigheden van 15-jarigen.

In deze groep, waar alle OESO-landen en hun partnerlanden in zijn opgenomen, staat het Nederlandse wiskundeonderwijs op de tiende plaats. Bij natuurwetenschappen staat Nederland op de veertiende plaats, bij leesvaardigheid op de vijftiende plaats. Jongens zijn iets beter in wiskunde, meisjes scoren iets beter op leesvaardigheid en in natuurwetenschappen zijn jongens en meisjes ongeveer even goed.