-

In de clinch met ouders

Een gewone middelbareschooltijd. Dat lijkt het te worden voor Willem-Alexander. Na een paar jaar Baarnsch Lyceum gaat hij op zijn veertiende naar het Vrijzinnig-Christelijk Lyceum in Den Haag. Tot en met vwo 4. Dan vertrekt de puber naar een kostschool, het Atlantic College te Llantwit Major in Wales. Reden? „Kijk, ik vond mezelf niet lastig. En mijn ouders vonden zichzelf niet lastig. Maar elkaar vonden we wel lastig”, legt hij in 1985 uit. Oftewel: Willem-Alexander is gewoon een rebelse puber die in de clinch ligt met z’n ouders en geen vrede heeft met het keurslijf van het koninklijk bestaan. Hij worstelt met zijn ‘harnas’. In een interview met schrijfster Renate Rubinstein laat de prins twee jaar later doorschemeren dat hij op het lyceum in Den Haag extra hard werd aangepakt door de leraren, waarschijnlijk uit angst om hem voor te trekken. En benadrukt hij dat hij niet naar kostschool móést, maar het zelf wilde. Een gewone middelbareschooltijd? Dat werd het daardoor niet.

-

De prins en het sprookje

Een prins hoort thuis in een sprookje. Hij wordt verwend en kan doen en laten wat hij wil. O ja? Willem-Alexander maakt korte metten met deze fantasie. Het leven als prins is minder rooskleuriger en begeerlijk dan de gemiddelde burgerpuber denkt. Een troonopvolger heeft rechten, maar ook verplichtingen. Al zijn de koninklijke eisen voor Willem-Alexander minder voelbaar dan destijds voor zijn moeder en zijn oma. En daar is hij blij om, bekent de 16-jarige kroonprins in een interview. Als puber leidt Willem-Alexander een redelijk ‘normaal’ leven. Hij gaat naar een ‘gewone’ school, heeft ‘gewone’ vrienden en mag alle dingen die een ‘gewone’ puber ook mag. Je zou bijna vergeten dat hij lid is van een bijzondere familie, met bijzondere privileges. Want die heeft de prins. Gewone pubers wonen namelijk niet in een paleis, hebben geen lakeien, krijgen geen persoonlijke studiebegeleiding van hoogleraren en verkennen niet in hun eigen vliegtuigje het luchtruim boven Den Haag. Maar verwend? Vast niet meer dan jij.


-

Liever piloot dan koning

Een bijzonder kind, en dat is-ie. Als enige 16-jarige jongere in Nederland is Willem-Alexander troonopvolger. Terwijl zijn klasgenoten over hun toekomst dromen, ligt die van Willem-Alexander vast. Hij heeft een roeping als beroep. En dat bevalt hem niet. Hij wil liever piloot dan koning zijn, bekent hij in een interview in 1985. Of hij als 16-jarige uitziet naar het koningschap? „Nee. Nee, ik weet ’t niet. Moeilijk. Ik weet niet hoe het is. Maar als ze vragen: Wil je nú koning zijn, dan zou ik beslist zeggen: Nee. Ik wil eerst tijd om wat te leven en kijken hoe het allemaal in elkaar zit.” Alle frustratie ten spijt; de prins komt niet onder zijn voorbestemming uit. De puber verkneukelt zich als hij bedenkt wat de troonopvolging praktisch teweeg zal brengen. „Alle schepen zullen ze moeten omdopen!” Hij roept een aantal jaren het imago van een vrolijke, ietwat baldadige flierefluiter over zich af, zoals zoveel pubers. Maar een bijzonder kind? Dat blijft-ie.