Zoals van minister Opstelten van Veiligheid en Justitie). De 70-jarige bewindsman noemde het „absoluut ongelooflijk dat jullie hier allemaal zijn.” Zo’n bijeenkomst met duizend jongeren „geeft kracht aan en saamhorigheid in een politieke groepering.”

Hij riep de SGP-jeugd ertoe op te blijven investeren in de publieke zaak, in het algemeen belang. „Wat ook verder je andere toekomstdromen zijn.” En, voegde hij eraan toe: „Blijf trouw aan waar je vandaan komt. Blijf hier komen en meedenken, ten behoeve van de samenleving.”

Legerchef Tom Middendorp –„ik ben zelf gereformeerd opgevoed”– stond stil bij dienen. „SGP-jongeren zoeken de kern van het goede voor de hele samenleving. Jullie proberen te leven vanuit het grote gebod: „Gij zult den Heere uw God liefhebben uit geheel uw hart, en uit geheel uw kracht, en uit geheel uw verstand en uw naaste als uzelven.” En jullie weten dat het niet gaat om geld verdienen. Het gaat er ook om dat je iets voor anderen kunt betekenen. Dat is verrijkend.”

Dienen, legde de hoogste militair van Nederland uit, betekent „dat je ook moet kunnen winnen zonder strijd. Dat je oog hebt voor de menselijkheid, dat je risico’s durft te nemen en dat je ook tegen de stroom in durft te gaan.”

Ook beleidsmedewerker Frank van Putten van SGP-jongeren greep terug op de Bijbelse opdracht om de naaste lief te hebben. „Doe je dat niet, dan verstoor je de vrede en ben je een bedreiging voor de veiligheid.”

Krijgsmachtpredikant P. van Duijvenboden stelde dat „je niet allemaal bij het leger of de politie hoeft te gaan om voor veiligheid te zorgen.” Als je er maar voor bidt. „Zoals Aäron en Hur tijdens de strijd tegen de Amalekieten.”

Hij sloot af met: „Veilig in Jezus’ armen, veilig aan Jezus’ hart, dat is échte veiligheid.”