Als je het nieuws een beetje gevolgd hebt, kun je weten dat er een tijdje geleden ophef ontstond nadat onderzoeker De Vries gedwongen werd om zijn dank aan God uit zijn proefschrift te halen. Afplakken, of de promotie gaat niet door, was het dreigement. De universiteit komt hier nu op terug.

„Promovendi mogen dank uitspreken aan allen van wie ze vanuit hun religieuze, politieke of ideologische overtuiging morele steun hebben ervaren. Godsdienstige of politieke statements blijven echter taboe: je mag God niet danken voor het scheppen van de aarde”, aldus Simon Vink, woordvoerder van de universiteit vandaag.

„Met deze aanpassing komt de universiteit tegemoet aan de wensen die promovendi tot uiting hebben gebracht tegenover decaan Johan van Arendonk en rector magnificus Martin Kropff.”

Het dankwoord blijft deel uitmaken van het proefschrift, maar behoort niet meer tot de examenstof. Vink: „De universiteit probeert zo een middenweg te vinden waardoor mensen zich niet tekortgedaan voelen in hun overtuigingen, terwijl het wetenschappelijk raamwerk overeind blijft. Wetenschap en religie zijn immers gescheiden domeinen.”

Onder het oude promotiereglement mocht een verwijzing naar God in het voorwoord niet voorkomen, bevestigt Vink. „Dat was opgenomen in een alinea aan het einde van een brief van het college van bestuur van september 2013. Die brief was een bevestiging van het bestaande beleid. Gek genoeg kwam er toen geen reactie op.”

Hoewel verschillende promovendi in de problemen waren gekomen door een verwijzing naar God in hun dankwoord, kwam de zaak aan het rollen door de ophef die ontstond rond het proefschrift van ir. Jerke de Vries. In zijn voorwoord dankte hij God. Ook nam hij er een citaat van Augustinus in op. Hij kreeg van decaan prof. dr. ir. Johan van Arendonk de keuze: afplakken of de promotie wordt afgeblazen. De Vries knipte.

SGP-Kamerlid Van der Staaij reageerde op 1 maart direct op de kwestie met de tweet: „Ik roep promovendi op niet te berusten in Wageningse dwingelandij!” Daarop werd een onlinepetitie gestart waarop ongeveer 1200 keer werd gereageerd.

In een reactie stelt De Vries dat het nieuws hem vanmorgen verraste. „Ik vind het belangrijk dat promovendi iets mogen laten zien van hun religieuze achtergrond. Dat is ook mijn behoefte geweest. Ik ben daarom blij met dit besluit.”

De Vries beschouwt het gebeurde als een gepasseerd station, waarop hij niet meer in wil gaan.

Met opzet heeft de SGP destijds geen Kamervragen over de kwestie gesteld, reageerde Kamerlid Dijkgraaf vanmorgen desgevraagd. „We hebben contact gezocht met het college van bestuur van de universiteit en het ons standpunt uitgelegd.”

Wederzijds was er begrip, constateert Dijkgraaf. „Ik begrijp dat een promovendus een probleem heeft wanneer hij een inhoudelijk verband legt tussen God en zijn promotieonderzoek. Met name moslims hebben er een handje van te vermelden dat Allah hen heeft geïnspireerd en dat hun onder­zoek daarom gezaghebbend is. Dat kan natuurlijk niet.”