In de woonkamer van de Kraijenoords heerst een ontspannen sfeer. Broer en zussen zijn merkbaar in een goed humeur. En dat terwijl de examens voor de deur staan. Over anderhalve week moeten ze vol aan de bak. Rianne: „Corlien is er het meest gestrest over.” „Nou, dat valt best mee”, antwoordt deze giechelend. „Tja, het is haar karakter”, denkt Henk. Rianne: „Ze zegt dat ze het niet kan, maar intussen gaat het heel goed.”

Het is vooral zaak om goed te plannen, vindt Henk. „Alsof jij altijd planningen maakt”, schampert Corlien. „Dat doe je ook voor het eerst sinds jaren.” Henk dient zijn zus van repliek: „Ik doe ook voor het eerst sinds jaren examen, hè!”

Corlien maakt altijd al studeerschema’s. Stress of geen stress. „Ik zet op een rijtje wat ik moet doen en bepaal per dagdeel wat ik ga leren.” „Ik moet nog een planning maken”, vertelt Rianne. Corlien grinnikt en zegt plagend: „Waarschijnlijk komt die een dag voor het examen.” Een lachsalvo volgt.

Hoe de examenkandidaten zich voorbereiden? Henk: „Ik maak vooral oude examens. Verder neem ik alle stof nog een keer goed door.” Zijn zussen volgen dezelfde aanpak. Rianne volgt nog een examentraining voor Engels. „Daarvoor sta ik het laagst, een 5,8. Vergeleken met veel anderen is dat trouwens nog goed.”

Cijferlijst

In 2007 overleed de vader van het drietal. Het maakte veel indruk op de kinderen. Op de prestaties tijdens de middelbareschooltijd had het weinig invloed, vertelt Henk. „Toen het gebeurde, zaten we nog op de basisschool. Je leert met het verlies omgaan en leert school van thuis te scheiden.” Corlien: „Ik heb me gewoon goed ingezet op school. Zo nuchter ben ik wel, hoewel ik mijn vader nooit zal vergeten.” De lege plaats blijft.

Het drietal staat er qua cijferlijsten rooskleurig voor. Ze hebben geen van allen een onvoldoende voor een examenvak. Henk: „Ik sta op slagen. Ik heb dan ook geen nachten wakker gelegen. Toch geeft examens doen uiteraard een bepaalde spanning. Omdat het nieuw is.” Corlien en Rianne komen er al pratend achter dat ze allebei een 8,1 hebben voor Nederlands. Een boks volgt.

Door hun mooie cijferlijsten gaan de Kraijenoords al min of meer uit van een groots examenfeest. „Vanavond gaan we het plannen”, zegt Corlien met nadruk op het laatste woord. Rianne: „Dat moeten we inderdaad nodig effe regelen.” Henk: „Dáhág, nu nog niet. We gaan pas een feestje bouwen als er diploma’s zijn.” Corlien: „De ideeën zijn er in ieder geval al.” „We hopen iets samen te organiseren, maar wat het precies wordt blijft nog even geheim”, vult Rianne aan.

En als er toch eentje zakt? Geen van drieën kan het zich voorstellen. Corlien: „Ik ga er niet van uit. Maar het lijkt me niet echt leuk als het gebeurt.” Rianne: „Ik zou echt balen als ik alsnog zou zakken, maar ik zou wel blij zijn voor de anderen.” „Wat lieeef!” Corlien geeft haar zus spontaan een kus.

Moeder Kraijenoord weet ook al wat leuks als de drie diploma’s op zak zijn. „Ik heb al een halfjaar een plannetje om een speciale vlaggenstokhouder te lenen van een collega van me. Daar passen drie vlaggen in. En mogelijk gaan we als gezin op vakantie naar het buitenland. Verder riep ik ook al een tijdje dat ik het RD zou benaderen voor een artikel. Nu kwam het als een verrassing, door de tip van een docent. Extra leuk.”