Van der Staaij diende dit jaar acht amendementen in en slaagde er in zeven gevallen in om daadwerkelijk een wetsvoorstel aangepast te krijgen. Verder werden 21 van zijn 28 moties aangenomen. Vera Bergkamp (D66) en Loes Ypma (PvdA) werden in het onderzoek tweede en derde.

De politici die voor partijen als D66, PvdA en VVD in de Kamer zitten, slagen het vaakst in hun opzet. De SP en de PVV hebben minder succes met hun moties en amendementen, al dienen ze er wel veel in. De PVV bijvoorbeeld zag slechts 2 van de 30 amendementen aangenomen worden, en van de 389 moties die de partij indiende, sorteerden slechts 17 succes.

„Ik houd van het ambachtelijke werk in de Kamer”, zegt Van der Staaij. „Maar het moet wel efficiënt zijn. Ik ga geen tijd stoppen in kansloze amendementen.” Als een van de partijen die coalitie in de Eerste Kamer aan een meerderheid kan helpen, heeft de SGP invloed. Van der Staaij: „Qua invloed per Kamerzetel scoren we uitermate goed.” Die invloed gebruikt de partij op zijn beurt om aandacht te krijgen voor de eigen thema’s. Een soepeler abortus- of euthanasiewetgeving gaat er bij de SGP niet in. „Ik heb het gevoel dat die boodschap goed begrepen wordt. Mensen die je de hand toesteken, schop je met minder plezier tegen de schenen.”