Al twintig jaar lang heeft het Calvijn College in Goes een uitwisselingsprogramma met de eveneens christelijke Emmanuel Highschool in Cluj-Napoca. Elk voorjaar gaan de Calvijners richting het oosten, elke herfst komen er een aantal Roemenen deze kant op.

Dorina: „Ik had al van andere meiden op mijn school gehoord dat het rond deze tijd heel koud was in Nederland. Maar 
dat viel alles mee.”

De Roemeense is erg blij dat ze dit jaar uitgekozen werd om op reis te mogen gaan. „Normaal mogen alleen de leerlingen met de hoogste scores gaan. Maar omdat dit voor het uitwisselingsproject een jubileumjaar is, mochten er vooral mensen van het schoolkoor mee. Gelukkig zit ik daar ook op. Want al houd ik van leren, ik hoor niet bij de beste leerlingen van de school.”

Tot vandaag logeerde Dorina in het gastgezin van leeftijdsgenoot Mariska van Huizen uit Yerseke. Mariska: „Vorig jaar waren wij ook gastgezin voor een Roemeens meisje. Die liet mijn foto aan Dorina zien en zei: Je moet zorgen dat je bij haar komt. Dat is een heel aardig meisje.”

Dorina: „Ik vind het bijzonder om te zien hoeveel tijd families hier met elkaar doorbrengen. Ze eten aan tafel, praten dan over hun leven, bidden en Bijbellezen. Dat gaat bij ons anders. Gezinsleden zien elkaar alleen ’s avonds laat en op zondag. Misschien ga ik wel proberen de Nederlandse manier van samenleven in mijn familie in te voeren.”

Er zijn meer verschillen: „In Roemenië hoor ik bij een pinkstergemeente. Ik begreep dat de meeste jongeren van het Calvijn College calvinisten zijn. Dat verschil zie je al snel: in de kledingcode bijvoorbeeld. En ook in de kerken, hoorde ik van mijn vrienden. Maar dat maakt voor mij niet uit hoor, ik vind het alleen maar interessant. En we bidden tot dezelfde God.”

Vrijdag was de groep samen met het schoolkoor van het Calvijn College aanwezig bij een jubileumconcert in Vlissingen. En na een weekend uitrusten was het vandaag weer tijd voor de groep Roemenen om Nederland te verlaten. Via Brussel, Parijs en Venetië reizen ze terug naar Cluj-Napoca. Mariska: „Maar we gaan zeker 
proberen contact te blijven houden.”