Waar komt de kruisdood vandaan?
Waarschijnlijk uit Perzië. Volgens vroege geschriften vinden daar in de 6e eeuw voor Christus al kruisigingen plaats.
De kruisdood is waarschijnlijk uitgevonden om haar afschrikwekkende werking. Kruisen stonden langs drukke wegen en de lichamen van de misdadigers bleven vaak na hun dood nog een tijdje hangen. Een beangstigend gezicht voor de voorbijganger.
De pijnlijke straf verspreidde zich vanuit Perzië over het Middellandse Zeegebied en was bijzonder geliefd bij de Romeinen. Vooral moordenaars, struikrovers, verraders en andere brute misdadigers werden veroordeeld tot het kruis.
Hoe ging een kruisiging in zijn werk?
De Romeinen gebruikten drie soorten kruisen: de ”grote tau”, de ”kleine tau” en kruisvormige bomen. De tau is de Griekse letter t. Het verschil tussen de vorm van de hoofdletter (T) en de kleine letter (t) kun je terugzien in de twee kruisen, de dwarsbalk zat op een andere positie.
Een veroordeelde droeg de dwarsbalk van circa 50 kilo zelf. De verticale paal –zo’n 2 meter lang– stond klaar op de executieplaats. Halverwege het kruis zat een houten steuntje. Dit niet voor het comfort, maar om de doodsstrijd te verlengen.
De kruiseling werd met touw aan het kruis vastgebonden of eraan vastgenageld met lange spijkers door de polsen en hielen. Deze nagels konden wel 15 centimeter lang zijn en 1 centimeter dik.
Waarom was het zo’n vreselijke dood?
Niet alleen door de vernederende omstandigheden, maar ook doordat de dood lang en pijnlijk was. De Romeinse redenaar Cicero noemde de kruisiging „de wreedste en meest walgelijke” dood die er bestond.
Soms trad de dood na een paar uur in, maar het kon ook vier dagen duren. De werkelijke doodsoorzaak was verstikking, een hartstilstand of uitdroging.
Hoe keek een Jood naar een kruisiging?
Voor een Jood was de kruisdood mogelijk nog erger. Galaten 3:13: „Christus heeft ons verlost van de vloek der wet, een vloek geworden zijnde voor ons; want er is geschreven: Vervloekt is een iegelijk, die aan het hout hangt.” Paulus grijpt daar terug op Deuteronomium 21:22 en 23, waar onder andere staat: „Want een opgehangene is Gode een vloek.” Het was in het oude Israël een grote vloek en vernedering als een dood lichaam aan een boom –of het hout– hing.
Wordt de kruisdood tegenwoordig nog toegepast?
In het jaar 313 –precies 1700 jaar geleden– maakte Constantijn de Grote het christendom tot staatsgodsdienst in het Romeinse Rijk. Toen schafte hij uit eerbied voor Jezus Christus de kruisdood af.
Sinds die tijd zijn er in Europa maar weinig mensen meer gekruisigd. In Japan en delen van Afrika is de kruisdood nog wel in gebruik geweest.
Tijdens het schrikbewind van de Rode Khmer tussen 1975 en 1979 zijn ook gevangenen gekruisigd. Heel recent –begin deze maand– schijnt in Saudi-Arabië een rover veroordeeld te zijn tot het kruis. Na een storm van kritiek ontving de misdadiger uiteindelijk op andere wijze de doodstraf.
En op elke Goede Vrijdag laten sommige rooms-katholieke christenen op de Filippijnen zich vrijwillig voor korte tijd kruisigen.
----
Andere kruisigingen
Behalve de kruisiging van Jezus Christus zijn er nog enkele bekende kruisigingen. De echtheid van –vooral– het verhaal van Petrus wordt in twijfel getrokken.
Petrus. In het apocriefe –of: onechte– Bijbelboek Handelingen van Petrus staat de dood van Petrus beschreven. Volgens het geschrift verlaat de apostel Rome tijdens de vervolgingen onder keizer Nero. Onderweg naar veiliger oorden ontmoet hij in een visioen Christus, Die Zijn kruis draagt. Petrus vraagt met ongeloof: „Quo vadis, Domine?” („Waar gaat u heen, Heer?”) Jezus antwoordt hem: „Eo Romam iterum crucifigi” („Ik ga naar Rome om opnieuw gekruisigd te worden”). Daarop keert Petrus terug naar Rome, zijn marteldood tegemoet. Petrus wordt –op eigen verzoek, omdat hij niet op dezelfde manier als Jezus wilde sterven– ondersteboven gekruisigd, met het hoofd naar beneden.
Andreas. Het x-vormig kruis –ook wel andreaskruis genoemd en bekend van de borden bij een spoorwegovergang– vindt zijn oorsprong in de kruisiging van de apostel Andreas in Patras in het huidige Griekenland. Ook deze discipel van Jezus wilde niet op dezelfde manier als zijn Meester gekruisigd worden. Hij stierf pas na twee dagen aan het kruis gehangen te hebben. Al die tijd preekte hij tot zijn folteraars en de omstanders.
Spartacus. De Romeinse slaaf Spartacus leidde een grote slavenopstand in 73 tot 71 voor Christus. Hij behaalde verschillende overwinningen op de getrainde legioenen. Het verhaal gaat dat toen hij eenmaal verslagen was er ongeveer 6000 gevangen slaven (onder wie Spartacus) werden gekruisigd langs de 200 kilometer lange weg van Capua naar Rome. Hun lijken hebben nog jaren langs de weg gehangen als waarschuwing.