Schultz stapte in een Toyota van DAVI (Dutch Automated Vehicle Initiative), waarmee automatisch werd ingevoegd op de A10. De auto maakte deel uit van een colonne van drie wagens, die na het invoegen automatisch en aan elkaar gekoppeld verder reden. Dat is mogelijk doordat de auto’s zijn voorzien van camera’s, een radar en andere sensoren, die het overige verkeer goed in de gaten houden.

De minister sprak na de testrit van „een prachtinnovatie”. „Als auto’s met elkaar communiceren en gelijktijdig optrekken of afremmen voorkom je schokbewegingen op de weg en stroomt het verkeer vlotter door. Deze auto’s kunnen bovendien dicht op elkaar in een treintje rijden en benutten daarmee de beschikbare ruimte op de wegen veel beter.” En dat is volgens Schultz zeker in een dichtbevolkt land als Nederland handig.

DAVI is een samenwerkingsverband tussen TNO, TU Delft en de Rijksdienst voor het Wegverkeer. De komende tijd wordt een reeks proeven op de openbare weg gedaan met zelfrijdende auto’s. In die wagens zit altijd een getrainde chauffeur die de controle indien nodig kan overnemen.

Het is nog niet duidelijk hoe lang het zal duren voordat deze techniek voor iedereen beschikbaar wordt.