Met flyers in haar hand probeert Anne-Co Lucas (16) uit IJsselmuiden een krantenverkoper mee te tronen naar de evangelisatiepost van de Gereformeerde Gemeenten in Leeuwarden. Hij wil niet, want er moeten kranten verkocht worden.
De een heeft al gegeten, de ander heeft het te druk. „Het viel echt tegen om mensen mee te krijgen”, aldus Anne-Co. „Maar uiteindelijk zaten er toch twee zwervers in de zaal die er nog nooit geweest waren.” De groep eerstejaarsstudenten uit Kampen is in de Friese hoofdstad in het kader van hun opleiding helpende zorg en welzijn. Om zo de vakken maatschappijleer, godsdienst en huishoudkunde in de praktijk te ervaren.
Geanne van Dijk (17) uit Genemuiden is de hele ochtend druk geweest om de bovenzaal van de evangeliepost klaar te maken. „Alles in Hollandse sferen. Tulpen op tafel, molens in de vensterbank en servetten met Hollands motief.” In de keuken staat de groentesoep te pruttelen en liggen de kroketten in het vet. Manden met bolletjes staan op de tafels. Dan is het wachten op de gasten.
Schepping
Al snel zitten er zo’n vijftien inwoners van Leeuwarden aan tafel. De studenten gaan ertussen zitten, vouwen hun handen en sluiten hun ogen. Alhoewel... Geanne ziet dat sommige gasten die hier vaker komen gewoon in het rond blijven kijken tijdens het gebed. „Terwijl de twee zwervers wel netjes hun handen vouwden en hun ogen dichtdeden. Dat vond ik mooi.”
Aan de tafel waar Geanne zit, ontspint zich een gesprek. Over God en de schepping. Geanne: „Onze gast vond het maar een raar verhaal dat God de aarde in zes dagen geschapen heeft. Maar toen we doorvroegen, bleek dat hij ook niet in de evolutietheorie geloofde. Hij wist het gewoon niet.”
Dan wijst de zwerver op het eten op tafel. „Dus jullie geloven dat je dit van God hebt gekregen?” vraagt hij. De meiden knikken. Natuurlijk, dat geloven ze. „Onzin”, vindt hij. „Dit eten heb ik van jullie gekregen.” Dan stelt hij de vraag waarom God mensen in Afrika honger laat lijden, terwijl hij en de studenten om hem heen wel eten hebben. „Dat was wel een lastig punt”, kijkt Geanne terug op het gesprek. „Ik heb gezegd dat hij alles aan God mag vragen en dat Hij dan antwoord kan geven. Maar hij begreep er niets van, merkte ik.”
Gezangen
Het valt Anne-Co op dat er na het eten goed geluisterd wordt naar het Bijbellezen en een korte meditatie van evangelist De Visser. „Hij sprak over de koninklijke maaltijd. Mooi om te zien dat ook die twee mannen van de straat goed luisterden.”
Indruk maakt een verhaal van een buitenlandse christen die vluchtte naar Nederland. „Hij deed er twee jaar over om hier te komen”, vertelt Geanne. „Binnenkort wordt er besloten of hij een status krijgt. Zo niet, dan moet hij terug naar zijn land, waar zijn vader hem opwacht. Dan wordt hij waarschijnlijk vermoord.”
De groep studenten zingt na het eten een paar gezangen, waaronder ”Heer, ik kom tot U” en ”Wat de toekomst brenge moge”. Een spontaan applaus klinkt als de laatste tonen wegsterven. Dan is het voorbij. De gasten gaan de straat weer op. Terug naar de markt. Terug naar het dagelijks leven, dat even onderbroken werd door een groep studenten uit Kampen.