Kou en duisternis, maandagavond tijdens de herdenking van de ramp van 1953. Net als toen, maar toen was er hevige storm, en soms geen enkel lichtpuntje meer, letterlijk, en figuurlijk. De orkaan zweepte de zee op. Het water besprong de eilanden, ontwrichtte de dijken, ontwrichtte het leven.
Nieuwe-Tonge betreurde 85 doden. Nadien bleef 1 februari een betekenisvolle datum. Maar herdenken gebeurde in stilte. Pas vorig jaar werd de eerste gezamenlijke herdenking gehouden. „Waarom niet eerder?" vraagt waarnemend burgemeester P. Zevenbergen zich hardop af. Waren de wonden te vers; was het verdriet te groot? „We denken aan de nacht van de verschrikking, aan de slachtoffers, aan hun nabestaanden."
Zelf maakte Zevenbergen de watersnood mee in de Hoeksche Waard, toen polder Oudeland bij Strijen in de loop van de rampzondag onderstroomde. Later las hij zijn twee zonen wel vier of vijf keer het boek "Oosterschelde, windkracht 10" van Jan Terlouw voor.
Honderden mensen luisteren in de hervormde kerk naar de 79-jarige schrijver, die vertelt hoe hij in 1976 tot deze publicatie kwam. „Ik verwerkte wel eens herinneringen in mijn boeken, maar iets van me afschrijven, dat kende ik niet. Maar in dit boek heb ik het gedaan."
Lees hier het hele verhaal...
tekst Rens Vogelaar, foto Wim van Vossen