Als klein ventje had Tjaco al een voorliefde voor orgelmuziek. Omdat hij slechtziendheid was, werd hij gedwongen zichzelf psalmbewerkingen, geestelijke liederen en klassieke stukken aan te leren. Vanaf zijn zevende verslechterden Tjaco’s ogen in snel tempo. Vanaf dat moment moest de Lekkerkerker zich zien te redden door te steunen op zijn gehoor en gevoel.
Van de opbrengst van zijn eerste concerten ging Tjaco naar Sri Lanka, om zijn biologische moeder te ontmoeten. Zijn bedrijfsnaam, Kumara, herinnert aan zijn geboorteland. Kumara staat voor „zoon van.â€

Hoe studeer jij muziekstukken in?
„Als ik een nieuw stuk aan moet leren, ga ik eerst de muziek lezen. Dat kan, omdat veel muziekstukken momenteel in braille verschijnen. Daarna is het een kwestie van instuderen en uit het hoofd spelen. Door mijn beperking ben ik vooral aangewezen op improviseren.â€

Gebruik je bepaalde technieken om akkoorden te onthouden?
„In mijn geval is musiceren improviseren of een cd naspelen. In dat laatste geval beluister ik tot vervelens toe opnamen. Op een gegeven moment herken je gedeelten. Die knip ik voor mezelf op in stukjes. Meestal begin in met het instuderen van een slotpassage van een stuk. Dat klinkt misschien niet logisch, maar vaak blijven de laatste akkoorden het best hangen.â€

Welke muziekstijl heeft je voorkeur?
„Ik speel graag werken uit de Franse romantiek. Denk daarbij aan composities van Franck, Guilmant, Vierne en Widor. Op dit moment ben ik een toccata van Grison aan het instuderen. Ik merk dat ik de laatste tijd een eigen stijl aan het ontwikkelen ben. Toch hoor ik vaak van mensen dat ze in mijn manier van spelen de stijl van John Propitius herkennen.â€

Wat is je favoriete orgel?
„Ik heb jaren in Kampen gewoond. Omdat ik goede contacten had met John Propitius kon ik regelmatig op het Hinszorgel van de plaatselijke Bovenkerk spelen. Een fantastisch instrument waarop je je heerlijk kunt uitleven.â€

Je hebt van je hobby je beroep gemaakt. Waarom?
„Omdat ik blind ben, krijg ik een uitkering. Je kunt dan twee dingen doen: lekker op de bank hangen of voor je geld werken. Met behulp van het UWV ben ik een eigen bedrijfje gestart, Kumara Music. Op die manier wil ik mijn muzikale activiteiten verder uitbouwen. In 2008 bijvoorbeeld gaf ik bijna 150 concerten. Daarnaast begeleidde ik enkele koren als gastorganist. Nu ik zelfstandig ondernemer ben, wil ik me nog meer gaan richten op muziek.â€

Je begeleidt koren. Hoe stem je de maat af met de dirigent?
„Dat is inderdaad lastig. Ik moet het vooral hebben van mijn gehoor en gevoel. Gelukkig helpt een registrant me de maat aangeven. Dat doet hij door met zijn hand op mijn schouder te tikken. Het moment waarop ik in moet zetten, gaat heel eenvoudig. Dat is puur een kwestie van geconcentreerd luisteren naar de ademhaling van de koorleden.â€

Volgende week verschijnt je eerste cd. Wat kan de luisteraar verwachten?
„Allerlei improvisaties over psalmen en geestelijke liederen. Bijvoorbeeld een aria over Psalm 130 en acht bewerkingen van het gezang â€Vater unser.†Een deel van de opbrengst gaat naar Stichting Dark & Light Blind Care, een christelijke stichting voor hulp aan blinden en slechtzienden.â€

Waar sta je over vijf jaar? „Ik wil me de komende jaren weer gaan richten op het geven van concerten. Daarnaast begin ik volgend jaar aan een opleiding op het conservatorium. Orgel als hoofdvak en piano als bijvak. En ik wil mijn praktijk uitbouwen: sinds kort geef ik improvisatielessen. Voorlopig heb ik genoeg omhanden.â€

tekst Jan Mark ten Hove, beeld Kumara Music