Of tweetalig onderwijs goed is voor je Engels? Daar hoeft aan het eind van de Speaking Contest geen twijfel meer over te bestaan. Tweede- en derdeklassers staan op een podium drie minuten lang hun verhaal te doen over het thema ”Future” met een gemak alsof ze al hun leven lang Engels spreken.

Neem nu de eerste contestant, Leonie Smith. Haar microfoon werkt voor geen meter, de zaal is nog wat onrustig, maar ze laat zich niet van de wijs brengen en oreert er lustig op los. Over technology op school. Over dat we in de toekomst misschien niet meer in een classroom zitten te luisteren naar docenten, maar gewoon thuis kunnen blijven. Alhoewel... Het zou de social level van de jongeren waarschijnlijk wel dramatisch decreasen, beseft ze zelf.

Nu Leonie de aftrap gegeven heeft, lijkt de zaal ineens opgeluchter adem te halen. Ze kunnen het, de leerlingen, en ze zullen het laten zien ook.

Gejuich

Josine Leeuwdrent is als tweede aan de beurt. Meegereisde familieleden en vrienden juichen haar luid toe. Het is het jaar 2060 en ze schrijft een brief aan haar grandchildren. Ze biedt haar excuses aan dat ze niet meer weet hoe de moderne media precies werken, want ja, ze stamt uit het tijdperk van cars. Die dingen die maar vier wheels hadden, alleen maar op de road konden rijden en slechts 120 mochten. „We reisden niet zo veel als jullie”, zegt oma Josine. „Nowadays the world is a village, fifty years ago the world was just a world.”

Maar, al die veranderingen doen er eigenlijk helemaal niet zo toe. Mensen zullen altijd mensen zijn, vindt Josine. En juist die mensen zijn valuable in het leven. Love, approval and recognition, dat is waar het om gaat.

Na elke speech krijgen de leerlingen vragen in het Engels van drie juryleden en de zaal. Wat Josine positief vindt aan alle technologische uitvindingen? En stel dat iets als een tijdmachine werd uitgevonden, naar welke tijd zou ze dan willen? Josine slaat zich manmoedig door de vragen heen, bedankt de jury en gaat dan weer zitten.

Op naar de volgende spreker. De 13-jarige Tristan Kirwan voorspelt dat paardrijden ouderwets wordt. Want, dear jury, het rijden op tot leven gewekte dino­saurussen, dat is pas hip. En kinderen kríjgen? Niks ervan. In de toekomst kunnen we onze kinderen zelf samenstellen, inclusief huidskleur en karakter. De juryleden kunnen er wel om lachen. Als zijn ouders in de toekomst geleefd hadden, vragen ze hem sarcastisch, wat zouden ze dan aan hem veranderd hebben? „Niks”, antwoordt Tristan bijdehand. „I hope they think I’m perfect.”

Bravoure

Na een halfuurtje pauze is het de beurt aan de derdejaars leerlingen, onder wie Leonie van Deelen. Ze houdt haar speech over het thema ”Back to the future”, en denkt dat we in de toekomst het verleden opnieuw gaan uitvinden. „We grow our own vegetables and make our own clothing”, weet ze. Met een app die je vertelt hoe je zoiets doet, dat dan weer wel. De jury grijnst om deze mooie vondst.

Niet alle ideeën zijn zo christenproof. Opvolger Pien de Wolff vindt „dying so 2011.” Wetenschappers moeten maar snel met een therapy op de proppen komen waarmee we sterven kunnen uitstellen tot een moment waarop we zelf dood willen gaan, bijvoorbeeld als we 300 jaar oud zijn.

Leo Verkoelen beschrijft hoe het leven op de maan is, over ruim 5000 jaar. De aarde is er niet meer en we gaan naar school op Mars. Leo presenteert z’n verhaal met zo veel bravoure dat het publiek regelmatig in de lach schiet. Waar de maan in de toekomst dan omheen draait? vraagt de jury met een twinkeling in de ogen. Leo stokt even. Hoe zat dat ook alweer? „Around a new planet”, zegt hij dan snel. En, als de jury sceptisch fronst: „Just believe me, I’m from the future, remember.”

Aan het eind van de middag worden de winnaars bekendgemaakt. De Lodensteiners, die niet gedacht hadden in de prijzen te vallen, krijgen een grote verrassing. Josine wordt tweede! Wat de jury zo goed vond aan haar speech? „Dat ben ik door al dat gedoe eromheen vergeten”, lacht een opgeluchte Josine. Ze mag in elk geval een VVV-bon van 50 euro in haar zak steken.

Leanie vindt het jammer dat ze niet gewonnen heeft. „Maar het is al tof dat ik bij de beste acht van Nederland zit”, troost ze zichzelf. „En het was superleuk om te doen: een zaal vol mensen, je verhaal vertellen, het applaus.”

Het speechen in het Engels smaakt naar meer, weet ze nu: „Misschien wil ik later lerares Engels worden.”