De pabostudent aan de Driestar in Gouda laat in de woonkamer van zijn ouderlijk huis een la vol met schriften zien; 27 om precies te zijn. Boordevol verhalen, die hij sinds zijn 14e schreef.

„Ik kreeg als tiener de ziekte van Pfeiffer. Ik mocht een tijdje geen lessen volgen aan de Jacobus Fruytier Scholengemeenschap, maar moest de hele tijd op de bank liggen. Omdat ik me verveelde, besloot ik te gaan schrijven. Over een schip met de naam Cascade en de avonturen die de hoofdpersonen daarop beleven.”

De verhalen zijn gebaseerd op Hermans eigen belevenissen aan boord van het binnenvaartschip van zijn oom en tante, dat eveneens de Cascade heet. Daar bracht hij als logé veel tijd door. Of hij ook op boevenjacht is geweest, zoals de hoofdpersonen in zijn boek? Herman schudt wat spijtig zijn hoofd. „Maar mijn nichtje en ik hebben wel pogingen gedaan. Ik weet nog dat we een keer met het schip in België lagen, vlak bij een grote kerncentrale. Het begon donker te worden en we zagen telkens een auto over het terrein van de centrale rijden. We besloten op onderzoek uit te gaan. Bij de kerncentrale aangekomen, zagen we iemand lopen. We schenen met onze zaklamp op hem om te zien hoe hij zou reageren. Hij riep iets in het Frans naar ons, waarop we snel terugrenden naar de Cascade. Bleek het achteraf gewoon beveiliging te zijn. Maar het hele avontuur gaf wel een kick.”

Zwoegen

Op zijn zestiende stuurde hij zijn manuscripten naar verschillende uitgeverijen, in de hoop gepubliceerd te worden. Tevergeefs. Tot hij drie jaar geleden besloot ook een poging te wagen bij uitgeverij Den Hertog. „Ik weet nog dat ik op mijn kamer zat toen ik een reactie kreeg: „We zien er wel wat in.” Ik was zo blij dat ik meteen naar beneden ben gerend.”

Daarmee was de kogel nog niet direct door de kerk. Herman moest eerst de uitgebreide versie van zijn verhaal opsturen, voordat de uitgeverij een definitieve beslissing maakte. Gelukkig ging de uitgeverij ook daarmee akkoord. Maar zelfs toen lag er nog niet meteen een boek op de plank. „Ik ben bij Den Hertog op gesprek geweest en heb toen mijn verhaal gecorrigeerd teruggekregen. Heel de tekst zat onder de aantekeningen. De reactie van de corrector: „Ik heb nog nooit een verhaal gelezen met zo veel taalfouten erin.” Ik dacht: wat een ellende. Maar ik wist tegelijkertijd dat mijn verhaal nu veel beter zou worden. Wat de uitgeverij ervan kon maken, was zo veel mooier dan wat een amateur als ik kon.”

Herman is maanden bezig geweest met het herschrijven van zijn boek. Frustrerend soms, zo’n klus, en tijdrovend. „Af en toe was ik het helemaal zat.”

Bepaalde wijzigingen kostten hem bloed, zweet en tranen. Zo werd hem gevraagd iets meer van het christelijk geloof in zijn boek te verwerken. „Ik wilde dat op een natuurlijke manier doen. Dus probeerde ik me in de hoofdpersonen te verplaatsen: wat zou ik doen als ik in hun schoenen stond? In de huidige versie bidden ze nu een aantal keren tot God als ze in moeilijke situaties verzeild raken. Maar toch voelt dat een beetje dubbel: na zo’n gebed moet het verhaal namelijk gewoon weer verder.”

Trots

Inmiddels is het grote zwoegen voorbij. Zaterdag krijgt hij eindelijk een exemplaar van zijn eerste boek in handen: ”Roofoverval op een geldtransport”. „Ik ben echt aan het aftellen. Het idee dat ik het straks heb, geeft een kick.” Wat hij het beste aan zijn boek vindt? Lachend: „De omslag. Die heeft Adri Burghout gemaakt. Ik heb al sinds mijn 16e contact met hem, en hij heeft het hele schrijfproces meegemaakt. Daarom vond ik het extra leuk dat hij het van de uitgeverij mocht illustreren.”

Of hij niet ook een beetje trots is op zijn eigen werk? Hij grijnst van oor tot oor. „Ik ben niet supertrots, maar het geeft wel een erg gaaf gevoel.”

Toch gaat hij het boek beslist niet doorlezen als het binnenkomt, zegt hij. „Ik ben bang dat ik dan zinnen zie die ik nog had kunnen verbeteren. Daar word ik waarschijnlijk alleen maar ontevreden van.”

Bovendien: hij heeft nog genoeg andere dingen te doen waarmee hij zijn tijd kan vullen. Verder werken aan deel 2, bijvoorbeeld. „Ik weet nog niet zeker of dat uit gaat komen. Dat hangt van de verkoop van deel 1 af. Maar ik hoop het natuurlijk wel. Daar doe ik het uiteindelijk toch allemaal voor.”