De stem van de leerling van het Driestar College in Gouda klinkt gedreven als ze vertelt over haar pws. De 6 vwo’er wil met haar onderzoek ook maar wat graag het nieuws halen. Niet voor haarzelf, maar omdat ze het liefst ziet dat het volkslied weer door alle Nederlanders gezongen wordt.

Waarom zo enthousiast?

„Uit mijn onderzoek blijkt dat de meeste mensen zeker het eerste couplet wel kennen. Toch geeft bijna een kwart aan het vaak niet mee te zingen.

Een ander resultaat is dat mensen niet alles begrijpen van het Wilhelmus; mensen snappen niet wat ze zingen en houden daarom hun mond. Daarbij geven de meesten wel aan open te staan om meer van de achtergrond te weten te komen. Ik denk dat je dat moet benutten en meer aandacht voor het volkslied moet vragen.”

Wat moet er volgens jou gebeuren?

„Het Wilhelmus zou op scholen een belangrijke plaats moeten krijgen. Het volkslied is onderdeel van de Nederlandse traditie en het samen zingen van zo’n lied vergroot de eenheid. Wanneer mensen het jong aanleren, kennen en begrijpen ze het als volwassenen ook beter.

Je zou een speciale lesbrief kunnen ontwikkelen. Op die manier gaan kinderen of jongeren er echt mee aan de slag en leren ze de achtergronden kennen.”

Waarom een pws over het Wilhelmus?

„Ik ben voorjaar 2012 naar de Prinsenhof in Delft geweest. Balthasar Gerards vermoordde op die plek Willem van Oranje. Ergens in een zaaltje werd mensen een reactie gevraagd op de stelling ”Het leren van het Wilhelmus moet verplicht worden op de Nederlandse basisscholen”.

Ik verbaasde me erover dat alleen mijn moeder en ik voor de stelling stemden. Alle andere aanwezigen stemden tegen. Dat zou betekenen dat kinderen –de toekomstige volwassenen– steeds minder met het Wilhelmus zullen hebben.”

Toen stond het onderwerp van je pws al vast?

„Nee, dat niet. Ik koos eerst een ander onderwerp, maar tijdens het brainstormen leek me dit onderwerp toch interessanter. Nederland functioneert nu heel anders dan in de 16e eeuw en is een multiculturele samenleving geworden. Ik was benieuwd hoe men aankijkt tegen het Wilhelmus. Ook omdat ik uit ervaring weet dat lang niet alle mensen meezingen met het volkslied.”

Hoe ben je te werk gegaan?

„Eerst heb ik een aantal boeken over de geschiedenis van het Wilhelmus gelezen. Daarna ben ik met het werkelijke onderzoek gestart. Ik heb mensen online benaderd om via enquetemaken.be anoniem wat vragen te beantwoorden.

Op internet speurde ik naar e-mailadressen van rooms-katholieken, moslims en niet-gelovigen. Samen met protestanten de vier belangrijkste groepen van de huidige samenleving.”

Je stuurde onbekenden je enquête toe?

„Ja. Ik heb denk ik wel 500 personen een mailtje gestuurd. Er reageerden er uiteindelijk ruim honderd. Het aandeel protestanten was snel geregeld, maar het vinden van moslims bleek moeilijker. Daarom ben ik moskeeën gaan benaderen. Uiteindelijk had ik van elke groep zo’n 25 personen die de enquête ingevuld hadden.”

Wilden er nog mensen van het Wilhelmus af?

„Vooral de niet-gelovigen waarderen ons volkslied niet echt. Gemiddeld gaven ze het Wilhelmus een 5,9. Iets minder dan de helft van hen vond het Wilhelmus niet meer passen in onze samenleving. Ze storen zich vooral aan de christelijke inhoud ervan. Helemaal afschaffen vonden ze meestal weer te ver gaan. Daar kozen maar drie van de ruim honderd ondervraagden voor.

Een nieuw volkslied maken, geeft trouwens ook een groot probleem. Hoe doe je dat goed in een samenleving met zo veel culturen? Als iedereen tevreden moet zijn en inbreng wil hebben, wordt het erg lastig om een lied te maken.

Het Wilhelmus kan beter gewoon blijven. Al is ons land veranderd en past het volkslied minder bij het Nederland van nu, het hoort nog wél bij onze geschiedenis.”

-

Het Wilhelmus

Het Nederlands volkslied is geschreven in de beginjaren van de Tachtigjarige Oorlog. Ergens tussen 1568 en 1572.

De tekst wordt in het algemeen toegeschreven aan Marnix van Sint Aldegonde, de secretaris van Willem van Oranje.

Het lied bestaat uit vijftien coupletten die een acrostichon vormen: de eerste letters van de vijftien coupletten vormen de naam Willem van Nassov. Het eerste en het zesde couplet (”Mijn schild ende betrouwen”) worden het meest gezongen.

Officieel is het Wilhelmus pas sinds 1932 geregistreerd als volkslied. Het verving destijds ”Wien Neêrlands bloed”.


-

Enkele citaten van personen die de enquête van Joanne hebben ingevuld.

„Nederlandse volgslied die over duisenbloed gaat en koning van spanje eert. ik kan het niet bevatten, maar dit zou ook aan mij kunnen liggen omdat ik er niet veel van weet!”

„De tekst is knap ouderwets, maar ik denk dat daar de komende jaren géén verandering in aangebracht wordt.”

„Ik ken het Wilhelmus ook, omdat het ons volkslied is en ik vind het niet meer dan normaal dat je het volkslied van je eigen land kent.”

„Ik ben republikein en atheïst. De tekst van het volkslied staat haaks op mijn eigen idealen en overtuigingen en heeft daardoor voor mij geen waarde. Het geeft eerder een negatieve associatie.”