Adriaan heeft het opperbest naar z’n zin op deze zaterdagmorgen. Terwijl het drietal plastic, blikjes en papiertjes uit de bosjes vist, schreeuwt hij naar willekeurige voorbijgangers: „Kom in actie, houd Nederland schoon!” Loopt er toevallig even niemand langs, dan schalt zijn stem door de brievenbussen van de woningen waar hij langs loopt. Fietsers schrikken op en wijken voor de jongens uit. Af en toe steekt iemand zijn duim op naar de drie jongens.

De schoonmaakactie vindt plaats in het kader van de Landelijke Opschoondag. De gemeente Barneveld heeft voor het Van Lodenstein College handschoenen, hesjes en prikkers geregeld. De scholieren gebruiken de actie voor hun maatschappelijke stage, die ze verplicht zes uur moeten doen.

„Dit is de derde zak met afval al”, zeggen de jongens, terwijl ze met hun prikker enthousiast een leeg kauwgompakje van een grasveld plukken. Dat gaat heel tactisch: een van hen pakt het kauwgompakje op, een ander houdt de vuilniszak open en een derde staat met zijn handen in zijn zakken toe te kijken.

Voorheen bestond hun groep uit zes man, maar ze zijn opgesplitst omdat ze te veel lol trapten. Waar hun klasgenoten zijn, weten ze niet. „Er loopt een groepje bij het spoor en een aantal meiden zei dat ze koffie wilden gaan drinken bij een oma hier in Barneveld”, zegt Johannes. „Ja, da’s flauw”, reageert Adriaan, die voor de gelegenheid zijn klompen heeft aangetrokken. Hij vindt het „machtig mooi” dat hij in de krant komt, en past zijn taalgebruik er netjes op aan: „Ik heb het er wel voor over hoor, om op zaterdagmorgen om 9 uur in Barneveld te gaan schoonmaken. Dit is het prachtigste wat er is”, zegt hij. Maar zijn ogen schitteren ondeugend als hij dat zegt.

De dag ervoor hebben ze bij de milieustraat allerlei informatie gekregen over zwerfafval, en dat laten ze weten ook. „Deze verteert pas na vijftien jaar”, doceert Johannes, terwijl hij een blikje Red Bull omhooghoudt. „En kauwgom 25 jaar.” „Nee joh, 75 jaar”, denkt Anton. „Glas duurt pas echt heel lang”, doet ook Adriaan een duit in het zakje.

Niet dat hen dat tegenhoudt om zelf af en toe met afval te smijten. „Soms een blikje”, biecht Johannes op. „Ik gooi nooit iets weg”, zegt Adriaan, terwijl zijn blauwe ogen lachen. Hij krijgt een flinke por van zijn twee maten. „Oké, toch wel”, zegt hij. „Wat moet ik ook met die zooi in mijn handen?”

Om elf uur houden ze het voor gezien, evenals hun klasgenoten. De groep verzamelt zich, het volume neemt toe. Een oudere vrouw die haar hondje uitlaat, loopt haastig weg als de jongens hun schoonmaakkreten slaken. „Hoeveel zakken hebben jullie?” „Wij hebben harder gewerkt.” „Jullie hebben niks over voor het milieu.”

Ze blijken met z’n allen maar liefst 25 zakken afval opgehaald te hebben in twee uur tijd. De groep is tevreden. „Het is heel goed wat we deden”, vindt Steve Schreuder (12). „Het was prima te doen”, stemt Nelleke Geurtsen (13) in.

„Nederland is schoon”, zegt Tjalyn de Korte, en ze spuugt haar kauwgompje op de stoep.