„Om halfvijf ben ik uit bed gegaan", vertelt de veertienjarige Astrid van Rossum uit Melissant. Ze staat met haar klasgenoten van de CSG Prins Maurits in Middelharnis in de rij bij het startpunt van de wandeltocht in het Veluwse Kootwijk. „In de klas werd gevraagd of we mee wilden doen. Ik zie het wel zitten. Ik heb liever een zonnetje, maar het regent gelukkig niet hard."
Rond de vijver bij het gebouw van Radio Kootwijk verzamelen de wandelaars zich voor de warming-up. Een jongen die enthousiast staat te zwaaien stapt op de rand van een putdeksel. Hij kan nog net zijn evenwicht bewaren, anders was hij in de vijver geduikeld.
Wethouder Boddeke houdt een toeter in zijn hand. „Dan ga ik jullie nu afschieten, ik bedoel, dan ga ik nu het startsein geven", roept hij. De toeter loeit, de 720 wandelaars gaan op pad.
De stichting ZOA-Vluchtelingenzorg organiseert voor de negende keer de Walk4Water om sponsorgeld in te zamelen voor waterprojecten in ontwikkelingslanden. Dit jaar is de opbrengst voor waterinstallaties in Birma. De wandelaars kunnen kiezen tussen een route van 8 of van 21 kilometer, die langs tentjes met Afrikaanse evenementen loopt. De laatste vijf kilometer moeten de deelnemers een jerrycan met water meesjouwen. Om te ervaren hoe het is om dagelijks kilometers lang water te moeten dragen.
Na een paar kilometer over asfalt wijzen de blauwe pijlen naar een zandpad. De wandelschoenen zakken weg in het mulle zand. Een meisje komt langs en deelt links en rechts Fruitellasnoepjes uit.
Op een kruising staat een groot deel van de groep stil; er is geen pijl te bekennen. Een boswachter die na een halfuur komt aanrijden heeft de oplossing: „Jullie zijn fout gelopen. Ik wijs de weg wel." Even later zijn de wandelaars op een punt waar ze een uur eerder al waren. Er blijkt een bordje te zijn omgedraaid. „Ik ga m'n sponsors mailen dat ze 20 procent extra moeten betalen", reageert een man lachend.
Tromgeroffel klinkt vanuit de tentjes die aan de rand van een zandvlakte staan: de eerste stopplaats. Afgezien van de grijze lucht hangt er een echte Afrikasfeer: mensen dansen, lopen rond in Afrikaanse kleding, leren djembéspelen, en roken waterpijp. Een Afrikaanse man probeert iedereen zijn tent in te lokken voor een danscursus. Een paar jongens lopen wat zenuwachtig lachend naar binnen. „Wil je met me dansen?" vraagt een van hen lachend aan een meisje, dat ook naar binnen stapt.
De jongens en meisjes staan in een cirkel. De man begint losjes te dansen op de traditionele Afrikaanse muziek. De deelnemers volgen wat stijfjes, maar komen steeds meer los. „Draaien met die handjes", roept de danser breed glimlachend. „Volgens mij was dit een regendans", mompelt een wandelaar die naar buiten de regen in loopt.
In een soepjurk met Afrikaprint komt Adrianne Schilder (14) uit Kampen een tentje uit. „Leuk dat ze dit organiseren. Ik ga zo denk ik ook de djembécursus volgen. Zelf wil ik ook graag een keer naar Afrika", vertelt ze. Ze duikt een andere tent in om op de foto te worden gezet.
Lang blijven hangen kan niet, want de wandelaars moeten nog een behoorlijk stuk lopen. Gelukkig is het nu droog. Bij het laatste rustpunt kunnen de EHBO'ers in actie komen. Een jongen ligt op een tafel en laat blaren ter grootte van een kippenei behandelen.
Vijf kilometer voor de finish staat een pomp. Hier moeten de wandelaars hun jerrycan vullen. Een meisje probeert het vaatje op haar hoofd te houden. Met een dreun valt hij op de grond. Een jongen die niet zo'n trek heeft in de zware last onderzoekt zijn jerrycan. „Als er nu een gaatje in zit..." Helaas, degelijk spul, die jerrycans.
Bij de laatste kilometers daalt het tempo. Voor de finish staan drie 's Gravenpolderse jongens van het Calvijn College in Goes hun klasgenoten op te wachten. „We waren als eersten binnen", vertelt Herwin de Vries. „Net als vorig jaar." Christiaan Flipsen (14) knikt. „Het was meer speedmarsen dan wandelen." Werner van den Dorpel (15) staat er zonder schoenen naast. „Ik wilde mijn voeten even luchten", verontschuldigt hij zich. Herwin: "Ik ben er best trots op, dat we eersten zijn. Volgend jaar gaan we weer."
tekst Susanne Rebel, beeld ZOA-Vluchtelingenzorg