Zaterdag in de Broederkerk in Kampen. Roland van Leeuwen, Rik Mbengue en Diederick kijken elkaar eens aan en weten dat ze aan elkaar gewaagd zijn. Toch kan er maar een van de drie de hoofdprijs in de categorie tot en met 14 jaar binnenslepen.

Voordat de finale goed en wel begonnen is, zit het er alweer op. Alle drie de kandidaten krijgen vijf minuten om hun orgelkunsten te laten horen. Dan begint het af­tellen en nagelbijten voor het trio.

Diederich kiest voor een prelude van Dietrich Buxtehude, de leermeester van Johann Sebastian Bach. Even twijfelde de leerling van het Van Lodenstein College tussen Buxtehude en Bach, maar de triosonate van laatstgenoemde is wel erg lastig.

Het werk van beide Duitse componisten speelt hij graag. „Ik houd van de barokmuziek. Ze is vrolijker en lichter dan romantische literatuur.”

Over het Kamper orgel is hij erg enthousiast. De klank en de registratie­mogelijkheden staan de inwoner van Scherpenzeel wel aan, het pedaal minder. „De boventoetsen van het voetenwerk waren te kort. Erg irritant.”

Zenuwachtig is hij niet geweest, vertelt Diederick. „Je moet je niet van de wijs laten brengen door een foutje. Gewoon doorspelen. Ga je jezelf verwijten maken, dan raak je uit het ritme.”

Na de finaleronden van de overige leeftijdscategorieën stijgt de spanning ten top. Als eerste beoordeelt de jury de leeftijdscategorie van Diederick. Verrast is hij niet als een van zijn concurrenten op de derde plaats terechtkomt.

De nummers één en twee liggen echter wel erg dicht bij elkaar. Diederick kan zijn geluk niet op als blijkt dat hij in zijn categorie de bovenste plaats heeft veroverd. Een beker en een leuk geldbedrag gaan mee in de auto richting Scherpenzeel.

Blij met zijn resultaat is de jonge organist zeker. En dat kan hij ook zijn. Dertien jaar en dan al kerkorganist in Zeist, vaste begeleider van het schoolkoor en leerling van de Academie Muzikaal Talent.

Lonkt een toekomst als professioneel organist? Hij lacht even. „Ik weet het nog niet. Dat zou wel supergaaf zijn. Eerst maar proberen op het conservatorium te komen. En dan misschien een carrière als organist. Sowieso zou ik later graag een koor onder mijn hoede willen hebben.”