Het percentage hoogopgeleiden onder mannen en vrouwen was vorig jaar nagenoeg gelijk. Jongere vrouwen tussen 25 en 35 jaar waren met 44 procent vaker hoogopgeleid dan mannen in dezelfde leeftijdcategorie. Bij hen lag dit percentage op 37 procent, aldus het CBS. Volgens de definitie van het CBS is iedereen met minstens een hbo of universitair diploma hoger opgeleid.

Het aantal middelbaar opgeleiden bleef in de periode tussen 2003 en 2012 nagenoeg gelijk. In 2012 had 40 procent van de bevolking als hoogst behaalde opleiding een havo of vwo-diploma of een mbo-diploma op niveau 2, 3 of 4.

Het aantal laagopgeleiden lag in 2012 op 30 procent. Deze mensen hebben maximaal het vmbo of mbo niveau 1 gehaald of de onderbouw van het algemeen voortgezet onderbouw afgerond.