Nienke is een van de vele hoogopgeleide jongeren die niet aan een baan komen. Cijfers van de uitkeringsinstantie UWV lieten deze week zien dat het aantal werklozen onder juist deze jongeren vorig jaar is verdubbeld ten opzichte van 2011. Ze zitten met de handen in het haar, want het leven is duur. Vooral als er geen werk is.
Nienke studeerde vorig jaar af aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE). De uit Zeeland afkomstige oud-student sociaalpedagogische hulpverlening (sph) bleef bewust in Ede op kamers wonen. „Ik dacht dat er in het midden van het land meer werk te vinden was, maar tot nu toe heb ik de goede plek nog niet ontdekt”, grapt ze. Haar kamer vraagt elke maand een slordige 300 euro huur en ook de auto die ze aanschafte tijdens haar studie slorpt de nodige centen weg.
„Die auto kocht ik toen ik er nog beter voor stond en ik vervoer nodig had naar mijn stageadres in Amersfoort. Als het nog even duurt, moet ik hem weg doen. De studiefinanciering is weggevallen, dus op dit moment heb ik alleen maar uitgaven en geen inkomsten. Mijn vaste lasten liggen tussen de 500 en de 600 euro per maand.” En met een zucht: „Daar gaan mijn spaarcenten. Zonde hoor.”
Een uitkering zou een mogelijkheid zijn, maar Nienke is nog niet op het punt om er een aan te vragen. Waarom niet? „Het voelt zo tegenstrijdig. Ik ben jong, gezond en kan makkelijk werken. Het voelt vreemd om dan een uitkering aan te vragen.”
Jeugdzorg
De 23-jarige had haar zinnen gezet op een mooie baan in de jeugdzorg, maar de bezuinigingen sloegen toe. „Je ziet dat er steeds meer met pleeggezinnen gewerkt wordt, waardoor professionals minder nodig zijn. Daar loop ik nu tegen aan, want er is geen baan te vinden.”
Vacaturesites staan onder haar favorieten op internet. Nienke struint ze elke dag af, in de hoop iets tegen te komen. Ook de CHE helpt haar bij haar zoektocht, en sociale media als LinkedIn zet ze in om te laten weten dat ze een baan zoekt. Steeds maar weer op zoek naar de gouden tip. „Ik hoop dat een oproepje uiteindelijk iets oplevert.”
Stilzitten kan Nienke slecht. „Ik vreet me wel een beetje op. De week nadat ik mijn diploma had gehaald, vond ik het heerlijk om even niets te doen. Maar na die week was ik het zat. Om het gevoel te hebben dat ik iets aan de situatie doe, schrijf ik drie sollicitatiebrieven per week. Toch zit daar geen voldoening in. Ik begin me soms behoorlijk nutteloos te voelen en dat is knap beroerd.”
Vrijwilligerswerk
Van oud-klasgenoten hoort ze ook geluiden over werkloosheid. „Er zijn er die al veel langer op zoek zijn naar werk, maar die het zelfs in de huishouding niet kunnen vinden. Sommigen doen vrijwilligerswerk om toch maar bezig te zijn.”
Of ze zelf vrijwilligerswerk zou willen doen? „O zeker, maar ik blijf me nog even richten op een echte baan. Vanmorgen heb ik een sollicitatiegesprek gehad voor de functie van oproepkracht bij een instelling voor gehandicaptenzorg. Als bijbaantje, om een beetje inkomen te hebben.”
Haar hobby om van lappen stof creatieve dingen te maken, pakt ze weer wat vaker op. Alleen kost stof het nodige geld, dus houdt Nienke haar hobby beperkt. Als haar werkloze leven nog lang duurt, gaat ze toch maar vrijwilligerswerk doen. „Er zijn in Ede een paar buurthuizen voor jongeren. Daar zouden ze mijn hulp misschien kunnen gebruiken. Waarschijnlijk gaat het dat wel worden, want ik begin steeds meer te beseffen dat dit geen probleem is van de korte termijn.”
----
Wil je weten wat de kansen op de arbeidsmarkt per hbo-opleiding zijn? Je vindt ze hier.