Het ministerie in Den Haag zou daar volgens de scholen vrijdag over besluiten. De scholen doen in de brief een dringend beroep op de minister om de subsidie niet te schrappen.

Ruim 13.000 Nederlandstalige leerlingen in bijna 80 landen krijgen enkele uren per week Nederlandse taal- en cultuurlessen van erkende onderwijzers. Dat kan, omdat de scholen gesubsidieerd worden.

Volgens de buitenlandse scholen in Zuid-Europa, waar bijna duizend leerlingen les krijgen, werken de meeste ouders voor een lokale werkgever, tegen lokale lonen. Ze betalen een eigen schoolbijdrage, die tussen de 40 en 65 procent van de kosten dekt.

„Als de subsidie wordt afgeschaft of fors wordt verlaagd, zal de ouderbijdrage enorm omhoog moeten”, stellen de scholen in hun brief. Gezien de huidige crisis, is de verwachting dat veel ouders dan afhaken.

Ieder jaar emigreren ongeveer 12.000 leerplichtige kinderen. Dertig procent van hen keert binnen 5 jaar terug. Leerlingen die in het buitenland Nederlands onderwijs hebben gevolgd, kunnen dan moeiteloos instromen.

De scholen vallen onder de Stichting Nederlands Onderwijs Buitenland (NOB), die ze hierin, in opdracht van het ministerie, al ruim 30 jaar steunt. Plaatsvervangend directeur Hanneke Kadijk laat weten dat de totale subsidie voor het NOB, die het geld verdeelt over bijna tweehonderd scholen in hele de wereld op dit moment 7,5 miljoen euro bedraagt. Volgens Kadijk zou dit hele bedrag verdwijnen. De scholen krijgen hiervan per leerling 400 euro per jaar.