Tijdens de herdenking hield een aantal nabestaanden een toespraak, werd er gezongen en was er een minuut stilte.
In de ‘intieme ronde’ zaal zaten koning Willem-Alexander, koningin Máxima, prinses Beatrix, prinses Margriet, Pieter van Vollenhoven, vele politici en andere betrokkenen tussen de nabestaanden in als teken van verbondenheid. In het midden stonden 298 kaarsen symbool voor de doden, omhuld door bloemen die mede door schoolgenoten van de jeugdige slachtoffers werden gelegd.