Ook benoemde de Staten-Generaal een ‘reserve’ voor Máxima: dat is de broer van Willem-Alexander, prins Constantijn. De benoeming van Máxima en Constantijn tot mogelijk regent geldt niet als Willem-Alexander om een andere reden (tijdelijk) niet kan regeren ofwel ‘buiten staat’ is. Als zo’n situatie zich voordoet, wordt die apart bekeken. Die is immers vooraf niet te bepalen en de reactie erop nog minder, aldus minister-president Mark Rutte.
Het ouderlijk gezag over de minderjarige kinderen van Willem-Alexander zal na zijn overlijden ook worden uitgeoefend door hun moeder koningin Máxima. Ze krijgt er wel een ‘college van toezicht’ bij. Dat zal dan onder anderen bestaan uit de vice-president van de Raad van State, de president van de Algemene Rekenkamer en de president van de Hoge Raad der Nederlanden.
De twee Kamers kwamen bijeen in een Verenigde Vergadering in de Ridderzaal op het Binnenhof in Den Haag. De wetsvoorstellen werden unaniem aangenomen. Geen van de parlementariërs wilde het woord. Premier Rutte zei tijdens de korte bijeenkomst dat de regering hoopt dat de wetsvoorstellen „nooit toepassing hoeven te vinden”. D66-senator Hans Engels sprak vergelijkbare woorden. Hij was de voorzitter van de commissie die de Verenigde Vergadering had voorbereid en vorige week al het eindverslag uitbracht.
Een mogelijk regent hoeft volgens de wet geen lid van het Koninklijk Huis te zijn, maar is dat in de praktijk altijd wel geweest. De enige die de functie ook echt lang heeft uitgeoefend, is koningin Emma. Die nam 8 jaar lang (1890-1898) de zaken waar tot de dochter die ze had met koning Willem III, Wilhelmina, 18 jaar was.