Voorzichtig schuifelen een paar meiden op hun sokken over de maquette. Met een stoffer in de hand. Hier een veeg, daar een veeg. Hun werk is bijna klaar, schoonhouden is nu vooral belangrijk.

De maquette –gebouwd met enorme houten blokken– verbeeldt het verleden van Veenendaal. De rivier de Grift vormt de levensader van de stad en voert op symbolische wijze de geschiedenis mee. Vooraan ligt een bruin goedje – gemaakt van papier-
maché. Het turfsteken was het eerste bestaansmiddel.

Even verderop staat een doosje met nepsigaren. Met de sigaren­industrie is Veenendaal groot geworden. Docent beeldende vorming Wim Koops snuift eens goed. „Ze ruiken naar echte sigaren.” De verbeelding blijkt met hem op de loop te gaan. Een van de leerlingen gniffelt: „Haha, dacht u dat het echte waren? Ze zijn gewoon van hout.”

In een leslokaal –ingericht als werkplaats– stinkt het naar gesmolten piepschuim. Potten met verf staan verspreid over de tafel. Hier worden huizen, fabrieken en andere voorwerpen voor de maquette gemaakt en geverfd. Daniël van de Berg uit 4 havo hanteert de piepschuimsnijder. De hete draad glijdt door de substantie. Een minuscuul rookwolkje stijgt op, een bijtende geur achterlatend.

Op de grond liggen honderden blauwe frutsels schuim. Daniël: „We smijten alle afval op de grond. Anders zie je soms het verschil niet tussen rommel en het echte spul.” Het gemeentehuis en wat huizenblokken zijn nog in aanbouw.

Zes weken lang bouwden zo’n dertig leerlingen vrijwillig aan het kunstwerk. In vrije uurtjes of gewoon onder de les. Anne-Wil Abrahamse (17) uit Elst: „Dat deden we graag, als we de uren konden en mochten missen.”

Vandaag ging de maquette op transport. Naar het marktplein. Maandagmorgen vroeg zetten de leerlingen alles klaar. En dan is het wachten op de koningin. Zou ze aandacht hebben voor het kunststukje? Of zou de vorstin alleen oog hebben voor de creaties van de concurrentie – de andere middelbare scholen in Veenendaal? Dat is de grote angst.

Anne-Wil speelt op Koninginne­dag voor gastvrouw van het Ich­thus College. Zij moet de koningin opwachten en aanspreken. „Ik ga haar een boekje overhandigen over onze maquette. Wat ik precies zal zeggen, weet ik nog niet. Daar ga ik nog goed over nadenken. Het lijkt me echt verschrikkelijk als ik niet goed uit mijn woorden zou kunnen komen als ik voor de koningin sta.”

----

Levend standbeeld Eline (17)

Wie? Eline de Visser (17) uit Veenendaal, 5 vwo

Taak op Koninginnedag? „Ik ben een ”living statue”, een levend standbeeld, met een prachtige rood-wit-blauwe jurk aan. Mijn naam: Veenendaal Utopia.”

En wat stelt dat voor? „Ik ben de muze van het kunstwerk. Als de koningin langskomt, verrijs ik uit de maquette. Met een armzwaai wijs ik naar het schip uit het wapen van Veenendaal dat naar de toekomst vaart. Naar een utopisch Veenendaal, dat nooit zal bestaan. Daarna geef ik de koningin een hand.”

Bang dat er wat misgaat? „Nee, niet echt. Alleen hoop ik wel dat het weer meezit. Als het hard waait of regent, valt alles misschien in de soep.”

Heb je zin in maandag? „Ja, heel veel. Met twee vriendinnen, Anne-Wil Abrahamse en Eline Kok, ben ik vanaf het begin betrokken bij de bouw van de maquette. We hebben er veel voor gedaan. Alle drie hebben we een taak op Koninginnedag. Slechts een van ons kon de muze zijn. Daar hebben we om geloot. Het is bijzonder om de koningin te ontmoeten.”