Kennismakingsbezoek is eigenlijk een vreemde benaming voor de korte visite. Willem-Alexander en Máxima kennen het groothertogelijk paar al jaren. In oktober waren ze nog te gast op het huwelijk van erfgroothertog Guillaume en erfgroothertogin Stéphanie, die vrijdag tijdens het bezoek aanschuiven bij de gezamenlijke lunch. Máxima spreekt dan ook liever over een beleefdheidsbezoek van het ‘junior staatshoofd’, waarin beiden zich in hun nieuwe functie presenteren in de buurlanden.

Over een week is Duitsland aan de beurt en daarna volgen Denemarken en België. De verwachting is dat ook andere landen aan het lijstje zullen worden toegevoegd.

Willem-Alexander heeft voor de troonswisseling al aangegeven in korte tijd heel veel landen te willen bezoeken. Hij kiest daarbij bewust niet voor de traditionele vorm van een staatsbezoek maar voor korte uitstapjes naar bevriende en vaak al bekende staatshoofden, gekoppeld aan een kennismaking met de premier en in Luxemburg en Denemarken ook de voorzitter van het parlement. Op die manier kan hij snel overal zijn visitekaartje afgeven. Het protocol schrijft daarbij voor dat een nieuw staatshoofd eerst langsgaat bij een langer in functie zijnde collega.

Staatsbezoeken, met alle formaliteiten die daarbij horen, waren lange tijd de meest gebruikte methode daarvoor. Koningin Beatrix bracht in 1981 haar eerste staatsbezoek dan ook aan Luxemburg. Maar staatsbezoeken hebben vragen veel tijd en voorbereiding en aangezien er meestal maar 2 per jaar worden gepland, zou het op die manier jaren duren alvorens Willem-Alexander en Máxima zich overal hadden kunnen voorstellen. Met de moderne aanpak bewaart de koning de mogelijkheid om staatsbezoeken vooral buiten Europa in te zetten en zo maximaal te benutten. Als instrument voor economische betrekkingen, zoals Willem-Alexander benadrukte in het televisie-interview voorafgaand aan zijn aantreden.