Als therapeut heeft Geluk regelmatig contact met jongeren die proberen een misbruikverleden te verwerken. Veel van hen vertonen hetzelfde gedrag als Anne, die woensdag haar verhaal vertelde op de Puntuitpagina.
Misbruikslachtoffers zijn vaak boos, angstig, hebben concentratieproblemen en kampen met depressieve gevoelens. Vaak wantrouwen ze de omgeving, hebben ze een hekel aan zichzelf en hebben moeite met lichamelijkheid. Of ze zijn soms juist heel uitdagend, omdat ze geleerd hebben met hun lichaam contact te maken.
Het is belangrijk dat de omgeving probeert dit gedrag te herkennen. „Al is natuurlijk niet iedereen die dit gedrag vertoont meteen een misbruikslachtoffer. We moeten niet te snel conclusies trekken. Maar het kan een signaal zijn dat er iets aan de hand is.”
Ingewikkeld
Bij misbruik kun je aan allerlei situaties denken, legt Geluk uit. „Het ingewikkeldst is misschien wel misbruik door broers. Vaak zoeken een broer en een zus warmte bij elkaar. Ook het aspect van het ontdekken van de seksualiteit speelt een rol. Maar soms ontwikkelt dat zich tot misbruik. Dat is moeilijk te herkennen voor de slachtoffers, omdat het voelt alsof zij er in eerste instantie vrijwillig aan meegedaan hebben.”
Het gebeurt maar zelden dat misbruik van de ene op de andere dag glashelder herkenbaar is als zodanig. Vaak ontstaat een ongezonde relatie heel geleidelijk. „Meiden die aangeraakt worden door hun leraar zijn daar soms in het begin best van gecharmeerd omdat het een vorm van aandacht is. Voor een slachtoffer is het ook niet altijd even helder of een bepaalde aanraking ongepast is. Niet alle aanrakingen zijn tenslotte verkeerd. Sommige mensen zijn daar heel makkelijk in en bedoelen er niets mee.”
Hoe je als slachtoffer kunt weten of iets niet goed is? Geluk denkt even na. „Als het stiekem gebeurt. Op het moment dat een man zich bijvoorbeeld anders gedraagt tegenover een meisje als zijn vrouw erbij is, geeft dat te denken.”
Gepast of niet, uiteindelijk bepalen jongeren zelf welke aanrakingen gewenst zijn of niet, benadrukt Geluk. „Als je het gevoel hebt dat iets niet goed is, of dat je iets niet wilt, moet je dat zeggen. Ook al is er nog geen sprake van misbruik. Je lichaam is van jezelf, daar mag niemand aankomen als je dat zelf niet wilt.”
Praten
Jongeren die worden misbruikt, gaan met een groot geheim door het leven, weet Geluk. „Ze leiden een dubbelleven. Ze hebben vaak een sterke zelftwijfel: Waarom gebeurt dit bij mij? Wat doe ik verkeerd? Ze worstelen met het gevoel zelf schuldig te zijn aan het misbruik.”
Om te zorgen dat het misbruik stopt, is het erg belangrijk iemand in vertrouwen te nemen die je daarbij kan helpen. Iemand van wie je denkt dat hij of zij rustig kan nadenken. Bijvoorbeeld een vertrouwenspersoon op school, een maatschappelijk werker, iemand bij wie je het aandurft om over dit onderwerp te praten.”
Veel jongeren vinden het echter bijzonder moeilijk om open te zijn over misbruik. „De meeste slachtoffers zijn bang dat ze niet geloofd worden. Soms geven ze signalen, in de hoop dat iemand het oppakt. Maar vaak ontkent de omgeving in een eerste reactie op zo’n zwaarwegende mededeling dat er sprake kan zijn van misbruik.”
Ook zijn slachtoffers vaak bang voor de gevolgen als ze gaan praten, merkt Geluk in zijn gesprekken met jongeren. „Hoe moet dat met zijn vrouw en kinderen? Wat zet het op z’n kop in de kerkelijke gemeente? Soms gebruiken daders dit argument zelfs als dwangmiddel om ervoor te zorgen dat het slachtoffer niet gaat praten.”
Toch is het van belang dat slachtoffers zich over deze gevoelens heenzetten. „Als iemand van het misbruik weet, kan die je helpen het te stoppen. Nee te zeggen tegen de dader. Te beseffen dat jij niet schuldig bent aan het misbruik en ook niet opdraait voor de consequenties voor de dader als het uitkomt.”
En: „Overweeg aangifte te doen. Hoe moeilijk dat ook is, toch is het nodig. Al was het alleen al om ervoor te zorgen dat een dader geen nieuwe slachtoffers meer kan maken.”
Hulp
Het zoeken van hulp is voor de meeste slachtoffers noodzakelijk om het gebeurde te kunnen verwerken. Vergeten en zand erover werkt in dit geval niet, zegt Geluk.
Een goede methode die helpt bij de verwerking vindt hij bijvoorbeeld de EMDR-therapie, waarbij slachtoffers opnieuw beelden van het misbruik oproepen. „Daardoor krijgen emoties een plek. Slachtoffers gaan begrijpen dat ze niet gek zijn. Dat het normaal is dat ze het gebeurde zo moeilijk vonden. Ze leren alles onder ogen zien zonder dat de emoties hen blijven overweldigen.”
Of het mogelijk is dat een slachtoffer uiteindelijk helemaal van het drama herstelt? „Soms blijven mensen hun hele leven last houden van de gevolgen van het misbruik. Velen komen er echter ook goed bovenop.”
Dit is het tweede deel in een tweeluik over misbruik. {Lees hier het eerste deel#http://www.puntuit.nl/nieuws/binnenland/het_verhaal_van_anne_die_jarenlang_werd_misbruikt_1_706942}.