Klik hier voor een video.

Meer dan 400 vmbo-leerlingen van het Van Lodenstein­college in Hoevelaken, verdeeld in een ochtend- en middaggroep, ondergaan deze dinsdag een klassiek concert in de Grote Kerk van Naarden. Verplicht onderdeel bij het vak culturele en kunstzinnige vorming.

Gastorkest is Sjosjanim onder leiding van Patrick van der Linden, dat voor de derde keer in Naarden deze muzikale happening voor scholieren verzorgt. Docente Sija van de Pol laat er geen misverstand over bestaan: „We zijn in het huis van God, dus we gedragen ons ernaar." Ze steekt mild de draak met het cynisme van een deel van de groep: „Jullie hebben er allemaal veel zin in, want jullie gaan elke week naar een concert, dus dit is heel gewoon."

Dirigent Van der Linden stelt Sjosjanim –vandaag aangevuld met vier gastspelers– voor: de strijkers –„het hart van het orkest"–, de houtblazers, de koperblazers –„die maken de meeste herrie"– en het slagwerk. De groep die aan de beurt is, steekt z'n instrument enthousiast omhoog. De twee mokerslagen op de pauken maken indruk. Daarna gaan de orkestleden stemmen, want zonder zuivere a, voorgespeeld door de hobo, klinkt de muziek nergens naar.

Het concert begint met twee Hongaarse dansen van de romanticus Johannes Brahms. De eerste klinkt opgeruimd, de tweede een beetje verdrietig. „Brahms was z'n hele leven verliefd op een vrouw, maar ze was al getrouwd. Beetje lastig dus voor hem. Dat hoor je in z'n muziek."

Het grootste deel van de Lodensteiners luistert aandachtig. Een jongen rekt z'n nek uit om niets te missen van het muzikale spektakel voorin. Sommigen hangen in hun stoel en laten demonstratief zien dat het hele gebeuren aan hen niet besteed is. Verder opvallend veel non-stop kauwende monden.

Na Brahms komt de Finale van Anton DvoÅ™ák. „Luister goed", gebiedt Van der Linden, „want straks nodig ik een paar mensen uit om hier te komen dirigeren. Dít stuk." De spanning stijgt.

Na het slotakkoord laat Van der Linden zien én horen wat de functie van de man met het stokje inhoudt. „Als het goed is, doet het orkest precies wat de dirigent aangeeft. Kijk maar." Hij dirigeert dezelfde maten uit DvoÅ™áks Finale eerst zoals het hoort, daarna als een houten klaas. Het verschil is duidelijk. „Nu jullie. Wie wil?"

Erik, Corné en Wessel werpen zichzelf voor de leeuwen. Het orkest reageert exact op hun gebaren: hard, zacht, langzaam, snel, lieflijk, heftig. De muzikanten hebben er plezier in. Wessel was „totaal niet zenuwachtig", zegt hij na afloop. Corné wel. „Ik stond met het zweet in m'n handen en deed maar wat." Of hij nu thuis ook klassiek gaat luisteren? „Geen denken aan. M'n zus speelt panfluit, dat vind ik al erg genoeg."

Als slot staat de Reformatiesymfonie van Mendelssohn op het programma. Die roept herkenning op: halverwege verschijnt de melodie van "Een vaste burcht". Sjosjanim zet alle zeilen bij om het jeugdige publiek te overtuigen: klassiek is écht mooi. Het spontane applaus suggereert dat de missie is geslaagd.

Docente Van de Pol kent haar pappenheimers. „Van tevoren heeft het merendeel van de groep geen zin in zo'n concert. Vooral de jongens van groen en techniek hebben helemaal niets met deze muziek. Ze komen binnensloffen, hangen op hun stoel, maar gaandeweg het concert verandert hun houding. Als je ze na afloop vraagt hoe ze het vonden, zeggen ze: „Ja, wel aardig." Meer kan er natuurlijk niet af, maar ze bedoelen eigenlijk dat ze het best mooi vonden." Trots laat ze erop volgen: „Ik sprak net iemand van de kerk, die tegen me zei: „Wat gedragen deze jongeren zich gedisciplineerd." Dat is toch wel mooi om te horen."

Van de Pol is blij met de muzikale happening in Naarden. „Bij het vak ckv moeten de leerlingen vier verplichte onderdelen doen, waaronder het bezoeken van een concert. We hebben er als school voor gekozen om dit zelf aan te bieden, zodat we grip hebben op het soort muziek. Sjosjanim zet zich volledig voor deze concerten in. Het is bijzonder dat het orkest dit elk jaar wil doen, want diverse leden moeten er een dag vrij voor nemen."

Ook dirigent Van der Linden reageert positief. „Het doel van het vak ckv is om kunst en cultuur dichter bij de leerlingen te brengen. Zo'n concert is daar een prachtig middel voor. Ik weet dat klassieke muziek onder de meeste jongeren niet stoer, niet cool is. Toch, als je zo'n stuk van Mendelssohn speelt, met die krachtige melodie van "Een vaste burcht" erin, dan wordt het stil in de kerk, zelfs met zo veel jongeren."

Van der Linden zet zich graag in voor de educatieve concerten. „Er wordt veel geklaagd over jongeren die popmuziek luisteren, maar geef hun een alternatief. Ik geloof in de kracht van goede muziek, of je nu wel of niet muzikaal bent. Soms heb je uitleg nodig bij een bepaald stuk. Daarom vertel ik erbij. Hoe meer je weet, hoe meer je kunt genieten."

Zendeling in de muziek voelt Van der Linden zich niet. „Ik merk dat veel jongeren allerlei stijlen naast elkaar luisteren. Ze zetten net zo makkelijk Mendelssohn als het Oslo Gospel Choir op. Waar het mij om gaat, is dat ik klassieke muziek wil promoten als alternatief voor allerlei andere soorten muziek. Een alternatief dat op z'n minst gelijkwaardig is."