Dat blijkt uit een onderzoek van de Hersteld Hervormde Jeugd­organisatie (HHJO) waarover het Kerkblad van de HHK vandaag berichtte. Enkele studenten van de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) vroegen jongeren in de catechisatieleeftijd en hun ouders door middel van enquêtes en interviews naar de praktijk en hun beleving van christelijke opvoeding. Er werkten 257 jongeren en 130 ouders/ouderparen uit de HHK mee aan het onderzoek.

Ruim 57 procent van de ouders bestempelt de christelijke opvoeding als zwaar. Veruit de grootste „boosdoeners” zijn de drukte, verschillende leefpatronen en agenda’s, gebrek aan standvastigheid of het missen van vrijmoedigheid.

De onderzoekers signaleren „verwijdering” tussen jong en oud. „De leefwereld van de jongeren is vaak zo totaal anders dan die van de ouders. Jongeren die met oprechte vragen rondlopen, maar geen gehoor krijgen bij hun ouders. Ouders die het oprecht bedoelen, maar geen aansluiting vinden bij hun kinderen of niet de vrijmoedigheid hebben om met hun kinderen over geloof en geloofszaken te praten.”

Er bestaat een „grote onwetendheid en verlegenheid” onder de jongeren inzake bidden en Bijbelgebruik. Veel jongeren hebben moeite met het begrijpen van de Bijbel, en een kleine minderheid van de jongeren vraagt hierbij hulp aan de ouder(s) of pakt er een Bijbelverklaring bij. Ook het Bijbellezen aan tafel wordt als erg moeilijk te begrijpen ervaren.

Ouders zouden in de opvoeding meer aandacht moeten geven aan het uitleggen van de Bijbel, aldus de HHJO. Het belangrijkste is dat zij het christelijk geloof „voor­leven.” „Wanneer de jongeren niet zien dat christelijke opvoeding hun ouders na aan het hart gaat, zullen ze, alle orde en duidelijkheid ten spijt, de christelijke opvoeding eerder verwerpen.”