-

Geschokt, zelfs na tien jaar

„Die bewuste dag zat ik op mijn kamer te computeren. De radio stond aan. Opeens hoorde ik dat er een vliegtuig een gebouw was binnengevlogen. De presentator zei dat het verstandig was om de tv even aan te zetten.

Ik was een jochie van 14 en zag live gebeuren dat het tweede vliegtuig zich in het WTC boorde. Toen was het helder dat het geen toeval was, maar een gerichte aanval. Mijn ouders waren die dag niet thuis. Ik was geschokt, het was heftig. Maar het besef van wat er eigenlijk gebeurde, kwam later pas.

’s Avonds kwamen mijn ouders thuis, die de gebeurtenissen via de radio hadden gevolgd. Op school –het Wartburg College in Rotterdam– werd uiteraard over de aanslagen gepraat. Maar veel kan ik me daar niet van herinneren. Leraren hadden het erover, net als mijn vrienden. Het was natuurlijk nog volstrekt niet duidelijk dat dit de wereld zou veranderen. Het woord terrorisme bestond wel, maar had tot die tijd niet de lading die het nu heeft.

In mijn omgeving merk ik weinig van de herdenking van de terroristische aanval. Mijn vrienden en medestudenten zijn er niet mee bezig of zo. We hebben het even gehad over de herinneringen toen ze hoorden dat ik gebeld zou worden door Puntuit. Maar daar blijft het bij.

Enkele maanden geleden zag ik een documentaire over 11 september. Het greep me meer aan dan ik dacht. Eigenlijk vind ik nu wat er gebeurde pijnlijker dan toen het daadwerkelijk gebeurde. Ik zag die beelden weer. Wat moeten die mensen gedacht hebben toen ze de dood in de ogen keken? Dat ze geen kant op konden? Dat er geen vluchtweg was? De vraag of die mensen toch nog tot geloof gekomen zijn, is vaak door me heen gegaan.”

Lees het verhaal van Joe Arcieri, die ternauwernood ontsnapte van de 72e verdieping van het brandende World Trade Center. Of het ingrijpende relaas van Thomas Tobin, die een paar uur na de aanslagen de eerste lichaamsdelen van slachtoffers in ontvangst nam in het mortuarium, aangevoerd in emmers. Dit en meer vind je in de speciale Accentbijlage van vandaag.


-

Rekening houden met aanslag

„Ik was 11 toen de aanslagen op de Twin Towers plaatsvonden. Ik weet nog dat ik zingend uit school kwam. Mijn vader zat achter de computer. Ik hoorde daar geluiden van sirenes vandaan komen en zag dat er allemaal gillende mensen op straat stonden, die in paniek naar de torens wezen. Dat staat me nog duidelijk voor de geest, omdat ik daar bang van werd.

De rest van de dag heeft de radio non-stop aangestaan. Mijn moeder vertelde me later dat ik op een gegeven moment met mijn handen voor mijn oren op de bank zat, omdat ik het zo erg vond om al die sirenes te horen. ’s Avonds durfde ik niet naar boven, omdat ik bang was dat er bij ons huis ook een aanslag zou plaatsvinden. Ik heb toen heel erg gedroomd.

De dagen erna hebben we er op school veel over gepraat. Ik ging het steeds interessanter vinden en heb zo veel mogelijk over de aanslag opgezocht. Ook nu doe ik dat nog.

Donderdag heb ik nog een documentaire gezien, met daarin een interview met een christenpiloot. Hij had in een van de gecrashte vliegtuigen moeten zitten. De tijd die hij extra van God gekregen heeft om door te leven, benut hij nu in Zijn dienst.

Ik vind de beelden minder heftig dan toen ik kind was. Inmiddels heb ik ze al zo vaak gezien. Nu zijn het vooral de persoonlijke getuigenissen die indruk maken.

Ook ben ik niet meer bang dat ik persoonlijk sterf door een aanslag. Maar ik houd er wel rekening mee dat het ook in Nederland kan gebeuren. Tegelijkertijd weet ik dat ons leven door God gegeven is en dat het elk moment afgelopen kan zijn. We moeten altijd klaar zijn om te sterven. Die wetenschap troost ook. Alles is in Gods hand.”