De Academie voor Beeldende Kunsten in Zwolle is gevestigd in een oud ziekenhuis. Met een beetje fantasie kun je de typische ziekenhuislucht nog ruiken. Medicijngeur is misschien een passender benaming, want op de tweede verdieping van dit stevige betonnen gebouw is Henriekes expositie te vinden over ADHD-medicijnen.

Het begin van een omgebouwd lokaal is Henriekes domein. Enthousiast begint ze haar verhaal. Over het boek dat ze las van een hoogleraar die forse uitspraken deed over de farmaceutische industrie. „Het laatste hoofdstuk ging over medicijnen die voorgeschreven worden aan kinderen met ADHD. Ik was geschokt toen ik las dat een medicijn als Strattera maar negen weken is getest voordat het op de markt kwam. En de (bij)werkingen op lange termijn? Die zijn volgens de fabrikanten niet bekend.”

Bijsluiters

Bezoekers van de expositie –tot en met vandaag te bezichtigen– zien bij binnenkomst twee uitvergrote bijsluiters hangen met felgele teksten eroverheen. In het midden van de wand ravotten wazig gemaakte kinderen op een rechthoekig videoscherm. „Je ziet dat ik mijn visie in geel over de bijsluiters heb geplaatst. Dat het volstrekt onduidelijk is wat de langetermijneffecten zijn van een medicijn als Ritalin bijvoorbeeld. En dat de fabrikanten zelf het ook niet weten.”

Agressie, angstgevoelens, depressiviteit, woede, ja, zelfs denken en fantaseren over zelfdoding: volgens Amerikaans onderzoek mogelijke bijwerkingen van ADHD-medicijnen. Henrieke pakt er een lijst met dodelijke slachtoffers bij waarvan de ‘hoofdverdachte’ een ADHD-medicijn is. „Amerikaanse en Zweedse onderzoekers hebben dit samengesteld. Echt aangrijpend.”

De studente wijst naar de wand links. „En denk je dat het gebruik minder wordt? Nou, niet bepaald.” Drie uiteinden van een etiketteermachine steken uit de muur met de jaartallen 2001, 2006 en 2011 erboven. Een stroom etiketten ligt op de grond. Een hele rits, want alleen al in 2011 zijn 1,1 miljoen doosjes met ADHD-medicijnen verkocht in Nederland. De inhoud werd geslikt, merendeels door kinderen.

„Kijk, als het nu volwassenen waren, die hebben hun eigen verantwoordelijkheid. Maar dit moeten kinderen slikken terwijl wij niet weten wat de langetermijngevolgen van de medicijnen zijn.”

Herinneringen

Vormgeving is Henriekes vak. En dat blijkt wel. Alles ziet er prachtig uit. „Ja, daar studeer je vier jaar voor, hè.” Het vormgeven van de expositie was haar eerste doel, maar het onderwerp heeft haar meer geraakt dan gemiddeld. „Het doet echt iets met me”, erkent ze.

Tegen een wand zijn tientallen medicijndoosjes geplakt. Vijf zijn er verlicht. Ze tilt een van de dekseltjes op. „Twaalf jaar oud – Overleden”, staat eronder. „Dit is het kind achter het etiket. Deze vijf kinderen vond ik op de site van een Amerikaanse onderzoeker. De foto’s stonden het afgelopen halfjaar op mijn werkkamer. Als ik moe was of niet wist hoe ik door moest gaan met het onderzoek, moedigden ze me als het ware aan.”

Vier spiegels staan haaks op de wand en tegenover elkaar. Een blik in een ervan doet de bezoeker bijna duizelen. De spiegels weerkaatsen de doosjes tot een schijnbaar oneindige rij, zowel links, rechts, boven als onder.

Henrieke achterhaalde met speurwerk op internet de verhalen van ouders van de overleden kinderen. Ook staat er een boek van wel 20 centimeter dik met herinneringen. Van de moeder van Stephanie bijvoorbeeld. „Ik bleef maar vragen: „Steph, gaat het wel goed met je?” Ze bleef maar zeggen: „Ik ben oké mam, ik ben oké.””

„Door de persoonlijke verhalen moet de problematiek rond ADHD-medicijnen dicht bij de bezoekers komen”, aldus Henrieke, die het dekseltje van een doosje recht drukt. „Het gaat om kinderen die overlijden. Dat verhaal probeer ik met deze expositie te vertellen.”