-

Henrieke ’t Lam (16), Enspijk

„Ik zit in het eerste jaar van bouwkunde niveau 4 aan het Hoornbeeck College in Amersfoort. Ik wil werkvoorbereider worden in de bouw.

Voor zover ik weet ben ik het eerste meisje dat deze opleiding doet. Ik zit in een klas vol jongens. In het begin vond ik dat erg wennen. Het gaat er in de klas wat ruwer aan toe dan in een meidenklas, ook wat het taalgebruik betreft. Als enige meisje ben ik soms het middelpunt van de klas: overal word ik tussenuit geplukt.

Ik loop nu twee dagen in de week stage bij een bouwbedrijf. Ook daar merk ik dat het echt een mannenberoep is. Ik moet veel sjouwen en lopen. Het lijkt me best pittig om dat je hele leven te doen. Niks voor mij, ik wil op kantoor terechtkomen.

Het is grappig om te zien dat je als vrouw in een mannenwereld meer voor elkaar krijgt. Op school zeggen de jongens weleens tegen me: „Vraag jij eens aan de docent of we al mogen eindigen. Als jij het doet, werkt dat beter.”

In de pauzes ga ik vaak naar de vriendinnen van mijn vorige school, dan zie ik ook nog wat meiden op een dag. Ik zou het leuk vinden als meer meiden voor mijn opleiding zouden kiezen. Maar dan moeten ze er wel echt zeker van zijn dat ze die studie willen doen, want je komt in het begin toch alleen te staan. Je bent natuurlijk anders dan de jongens.

Toch heb ik niet geaarzeld over mijn studiekeuze; ik was er op de middelbare school al zeker van. Mijn vader heeft een aannemersbedrijf en ik ging soms met hem mee naar de bouw.

Wat me in het werk aanspreekt? Ik heb weinig met talen, dat is mijn zwakke punt. Wiskunde en rekenen interesseren mij.

Negatieve reacties op mijn studiekeuze krijg ik nooit. Veel mensen zijn benieuwd waarom ik dit doe en vinden het wel bij me passen.”


-

Lydia Koedoot (17), Andel

„Op dit moment zit ik in 6 vwo op de Gomarus Scholengemeenschap in Gorinchem. Na het vwo ga ik bouwkunde studeren in Eindhoven. Dat wil ik al sinds ik in de eerste zit. Ik ontwerp vaak voor mijn plezier 3D-huizen op de computer.

Ik krijg niet veel reacties van mijn omgeving op mijn studiekeuze. Ik kom ook niet in een typische mannenwereld terecht. Toen ik naar een open dag van de opleiding in Eindhoven ging, zag ik namelijk dat ongeveer evenveel jongens als meiden geïnteresseerd waren in de studie.

Wel zitten er op dit moment in mijn klas maar heel weinig meiden die net als ik het profiel natuur en techniek gekozen hebben: maar twee om precies te zijn. Wat zij voor vervolgstudie kiezen, weet ik niet precies. Eentje gaat iets met biotechnologie doen, geloof ik.

Of ik het belangrijk vind dat meiden meer aangemoedigd worden om een bètaopleiding te volgen? Het zou me wel leuk lijken als meer vrouwen hiervoor zouden kiezen. Vrouwen hebben toch andere kwaliteiten dan mannen. Maar meiden die interesse hebben in een bètaopleiding gaan die toch wel doen, ook als ze niet aangemoedigd worden. Ik wel tenminste; ik heb nooit geaarzeld over mijn keuze.”