Veertien jaar is Esther als ze vrienden op straat ziet blowen. Uit nieuwsgierigheid neemt ze ook een joint. „Ik wilde weten wat het was.” Het duurt niet lang of ze blowt dagelijks. Op haar 16e is ze verslaafd.

Julia is negentien als ze voor het eerst drugs gebruikt. Ze kampt dan al een paar jaar met depressies. Door een opeenstapeling van problemen grijpt ze naar speed, een harddrug. „Mijn ouders gingen scheiden, m’n moeder kreeg kanker en m’n beste vriend overleed. Om m’n problemen te vergeten, ging ik gebruiken.”

Soms laten Esther en Julia de drugs een periode links liggen, maar vroeg of laat steekt het gebruik de kop weer op. Sinds drie weken verblijven ze in de besloten jeugdkliniek van IrisZorg. Die biedt plaats aan 27 jongeren van 12 tot 24 jaar. Zij werken in de kliniek tussen de twee en de veertien weken aan problemen die te maken hebben met bijvoorbeeld alcohol, drugs, gokken of gamen.

Opname

„Ik hoop er niet te veel op dat ik hier in een paar maanden van mijn verslaving afkom, want dan wordt het misschien een teleurstelling”, zegt Esther, die een opleiding voor verzorgende afbrak en enkele dagdelen per week in een winkel werkte. „Maar ik probeer te stoppen. Dat is het beste. Drugs zijn slecht voor je lichaam.”

Julia meldt zich op aanraden van een vriend bij IrisZorg. „Een poosje geleden ben ik ver heen geweest. Van twee weken kan ik me helemaal niets meer herinneren. Daar schrok ik van. Mijn honden, Xanto en Pako, zijn nu bij m’n moeder. Ik wil voor ze zorgen, zij houden me op de been.”

„Ik zag er tegen op en keek ernaar uit”, zo omschrijft Julia haar gevoel op de dag van opname. De laatste zes jaar had ze geen vaste woonruimte, zwierf ze van de ene kennis naar de andere. In de kliniek heeft ze een kamer met douche en toilet. „Toen ik binnenkwam, moest ik m’n telefoon inleveren. En je kunt niet zomaar achter een computer gaan zitten. Logisch, maar ook lastig.”

Toch heeft Julia geen spijt van haar beslissing. „Er moest iets gebeuren, anders zou ik mezelf of anderen iets aandoen. Ik ben hier in drie weken al behoorlijk opgeknapt.” Esther herkent dat: „Toen ik binnenkwam, zag ik er niet uit, had ik enorme wallen onder m’n ogen. Ik dacht dat het van vermoeidheid was, maar het kwam door de drugs.”

Leerproces

In de kliniek hebben ze gesprekken met hulpverleners en een coach. Ook nemen ze deel aan groepsactiviteiten, zoals een training ”Omgaan met verslaving” en diverse therapieën. Wat Esther het moeilijkste vindt? „Fitness. Mijn conditie is heel slecht, dus dat is zwaar voor mij. Maar stapje voor stapje gaat het beter.”

Het belangrijkste wat Esther tot nu toe leerde, is „wat ik moet doen als ik trek (in drugs, MB) krijg: afleiding zoeken.” Tijdens haar eerste weekendverlof bij haar moeder –„m’n vader is niet in beeld”– had ze desondanks een terugval, toen ze de laatste joint vond die nog in huis lag. „Daar baalde ik van. Ik heb meteen m’n coach gebeld. Het positieve was dat ik de drugs vies vond.”

Julia is na de ontgifting van haar lichaam in de kliniek bezig zichzelf „terug te vinden.” „Ik heb een korte spanningsboog die snel knapt. Mijn doel is anders te leren omgaan met stress, zodat ik geen drugs meer nodig heb. Minder gebruiken is voor mij geen optie, ik wil volledig stoppen.”

Esther hoopt na de opname haar opleiding voor verzorgende weer op te pakken. Julia wil woonruimte zoeken, eventueel met begeleiding. Ook heeft ze plannen om als hondengedragsdeskundige een eigen bedrijfje te starten. „Ik heb daar een opleiding voor gevolgd. Honden zijn mijn hobby, mijn passie.”

Over een advies voor jongeren die met drugs in aanraking komen, hoeft ze niet lang na te denken. „Blijf er met je poten van af, verbrand het. Het begint klein en onschuldig, maar drugs zijn een sluip­moordenaar.”

----

Esther en Julia heten in werkelijkheid anders.
Dit is het slot van een tweeluik over de jeugdkliniek van IrisZorg. 
Klik {hier# http://www.puntuit.nl/nieuws/binnenland/jongeren_werken_aan_verslavingsproblemen_1_783911} voor deel 1.