Klik hier voor een fragment uit Eline´s boek.
Op school is de 6 vwo'er op dit moment een bekende leerling. De bijna 1800 leerlingen van het Mendelcollege in Haarlem werden donderdag uitgenodigd om in de mediatheek de presentatie van haar boek "In liefde verbonden" bij te wonen. Niet Elines idee. Lachend: „Mijn eigen klas past nauwelijks in de mediatheek, laat staan de hele school."
Boeken signeren, een praatje houden voor een grote groep mensen, je eigen boek in de boekhandel zien liggen – Eline maakte de afgelopen vier weken veel nieuwe dingen mee. En dat terwijl het nooit haar bedoeling is geweest schrijver te worden. Ze wilde gewoon een mooi verhaal schrijven, punt.
Eline: „Ik ben op mijn dertiende begonnen aan een verhaal over de Amerikaanse burgeroorlog. Het onderwerp interesseerde me. Ik had ineens een scherp beeld voor ogen van mijn hoofdpersoon: een meisje met veel sproeten, een lichte huid, donker haar, groene ogen. Het leek net of ze echt was."
De Velserbroekse begon weekend aan weekend te schrijven. Na een jaar hard werken was het verhaal af.
En toen heb je de uitgever gebeld?
„Nee, ik dacht er helemaal niet aan het te publiceren. Ik had het gewoon voor mezelf geschreven. Op een dag was ik bij mijn oma toen mijn vader me belde. Hij zei: „Ik kom je zo ophalen. O ja, en nog wat: ik heb uitgeverij Voorhoeve gebeld. De medewerkers zijn geïnteresseerd in je boek. Of je de eerste drie hoofdstukken wilt opsturen."
Na twee maanden kreeg ik reactie. Ze zagen er wel wat in, zeiden ze. En ze waren onder de indruk van het feit dat ik zo jong zo'n boek geschreven had. Want veel mensen schijnen wel te schrijven, maar het nooit af te maken."
Moest je veel dingen herschrijven?
„Ja. Dat hadden ze van tevoren al gezegd. „Wil je dat wel?" vroegen ze. „Want je moet veel zelfdiscipline hebben om er nu opnieuw tegenaan te gaan." Toch heb ik niet geaarzeld.
Ik ben in totaal twee jaar bezig geweest met het herschrijven van mijn boek. Mijn coach gaf tips voor verbeteringen, en ik moest die toepassen. Elke zin in het boek is dus van mezelf."
Welk soort dingen moest je opnieuw doen?
„Ik had moeite met het schetsen van bijvoorbeeld de omgeving. En ik wist niet wat perspectiefschrijven was, dus moest ik bepaalde gedeeltes helemaal over doen.
Grinnikend: „Ergens in mijn boek gaat het over een gewonde soldaat. Ik schrijf dat zijn wond open en bloot lag. Maar zoals het er stond, leek het net alsof de soldaat daar open en bloot lag. We hebben daar vreselijk om gelachen."
Hoe zorgde je ervoor dat je van al die kritiek niet onzeker werd?
„Je moet ertegen kunnen. Het hoort erbij. Op het laatst, toen heel mijn boek gecorrigeerd was, gingen er nóg twee correctors overheen. Een zin die ik al tien keer had omgegooid, kreeg ik dan opnieuw terug met de opmerking: „Klopt dit wel?" Die laatste loodjes waren echt het zwaarst."
Je probeerde je als 13-jarige het leven van een ouder iemand voor te stellen. Hoe deed je dat?
„Ik vind het interessant om me in te leven in anderen. Bovendien is mijn hoofdpersoon aan het begin van het boek nog maar 16, dus ik groeide steeds dichter naar die leeftijd toe.
Af en toe moest ik me door stukjes heenworstelen, zoals scènes op het slagveld. Het is zo lastig om je voor te stellen hoe het er daar aan toe ging. Soms ontbrak het me aan energie om verder te gaan. Dan zei ik tegen mezelf: Dit stukje vind je moeilijk, maar je gaat het vandaag schrijven, anders komt het nooit af."
De hoofdpersonen in het boek worden geraakt door de Bijbel, net als jij. Heb je dat er bewust in verwerkt?
„Nee, niet dat ik me kan herinneren. Het ging op een natuurlijke manier. Geloven toen is niet anders dan geloven nu. Het is onderdeel van het leven van alledag."
Komt er nog een boek?
„Misschien wel. Er liggen nog genoeg ideeën voor verhalen. Maar eerst ga ik een jaar vrijwilligerswerk doen in Israël. En dan wil ik proberen door de loting voor geneeskunde heen te komen."
tekst Jacomijn Hoekman beeld RD, Henk Visscher