Ouderling Ligtenberg: „We stonden elke keer stil en hoorden de vogels en de burlende dambokken. Ook genoten we van de rust en de mooie begroeiing, die in elk jaargetijde weer anders is. Samen spraken we erover dat je in de natuur mag zien dat er een Schepper is, maar dat je in Zijn woord leest wie Hij nu wil zijn voor ons als zondaren.”

Esmee: „Toen ik met ouderling Ligtenberg naar de duinen ging, zagen we vogels, herten en andere dieren. Hij gaat vaak naar de duinen. Hij vindt het fijn om daar te zijn, want als hij daar is voelt hij Gods grootheid. Maar zei hij: „Je kunt in de natuur zien dat God echt bestaat, maar je kunt er niet in vinden hoe je bekeerd moet worden.” Dat moet je in de Bijbel zoeken.”

Ouderling Ligtenberg: „De Heere geeft ons vanuit Mattheüs 6 een wijze les in de natuur: „Aanziet de vogelen des hemels, dat zij niet zaaien noch maaien, noch verzamelen in de schuren, en uw hemelse Vader voedt nochtans dezelfde; gaat gij dezelve niet zeer veel te boven?” Aanziet de planten in de duinen! Zij arbeiden niet en spinnen niet en worden toch bekleed.”

Ligtenberg vervolgt: „De Heere zegt dat wij uit de natuur kunnen leren dat hét belangrijkste is dat wij eerst het Koninkrijk van God moeten zoeken en de gerechtigheid van Christus. Al het andere dat we nodig hebben op doorreis in dit leven, zal ons dan toegeworpen worden.”

Esmee: „Het voorbeeld van Elia bij de beek Krith vind ik hier goed bij passen. De vogels brengen vlees en brood zodat Elia kan blijven leven.”