Michael verliet op 1 februari het huis van zijn grootouders en werd daarna niet meer gezien. Na zijn verdwijning begon de politie een grote zoekactie, waarbij ook brandweerduikers, speurhonden, boswachters, reddingshonden, politiehelikopters en duikploegen van defensie werden ingezet.

Duikers vonden het lichaam van de jongen op 5 februari terug onder het ijs in een vaart in zijn woonplaats Luttelgeest. Dit gebeurde met behulp van sonarapparatuur van de marine. De vaart ligt langs de looproute van het huis van Michaels grootouders naar zijn nabijgelegen ouderlijk huis.

De politie onderzocht uitvoerig talloze geruchten rond zijn verdwijning. Michael zou op het ijs zijn geduwd, in een auto zijn gesleurd of betrokken zijn geweest bij een ruzie. „Van geen enkel misdrijfscenario zijn feiten of aanwijzingen vastgesteld”, aldus de politie.