„Het gebeurde op een catechisatieavond. We zouden het onder meer hebben over de zonde tegen de Heilige Geest. Opeens kreeg ik het vreselijk benauwd en kon geen woord meer uitbrengen. De angst dat ik die onvergefelijke zonde gedaan had, nam me in zijn greep. Toen ik thuiskwam, hadden mijn ouders al snel door dat er iets aan de hand was. Na een paar dagen barstte de bom en heb ik alles verteld.
We zijn naar de dokter gegaan die medicijnen voorschreef. Van die rustmakende rommel en antidepressiva. Na twee maanden ben ik ermee gestopt; dat had natuurlijk nooit gemogen. Toch ging het wel weer goed met me, ik haalde mijn vmbo-examen en zong in mijn vrije tijd in vijf koren. Er was een tekort aan tenoren, vandaar.”
Blaadje
Er klinkt een piepje uit de timmermansbroek van Bernard. Snel checkt hij het berichtje op zijn mobiel. ’t Is blijkbaar niet belangrijk genoeg om het gesprek ervoor te onderbreken. Hij stopt het ding weer weg, zakt terug in de leren fauteuil in de kamer van zijn ouderlijk huis en gaat verder met zijn verhaal.
„Op mijn achttiende zat ik op een zondag in de kerk, toen de dominee zomaar in een tussenzin iets zei over de zonde tegen de Heilige Geest. Ineens was daar weer die beklemmende angst, eigenlijk vanuit het niets. Het viel als een blok bovenop me. Opnieuw moest ik aan de medicijnen, want ik sliep niet meer. Kon ook soms niets meer. Die angst werkte verlammend en liet me draaien in een cirkel waar ik niet uit kon komen.
In die tijd maakte ik meubels. Elke dag nam ik in mijn koelbox een Bijbel mee. Op een dag had ik het zo benauwd dat ik mijn Bijbel pakte en me verstopte in de kast die ik net gemaakt had. Met de deur op een kier sloeg ik de Bijbel open en las aan het begin van Jesaja 43: „Vrees niet, want Ik heb u verlost; Ik heb u bij uw naam geroepen, gij zijt Mijn.” Dat is lang een troost voor me geweest.”
Bernard bukt zich. Een verdord blaadje van een plant ligt naast zijn stoel. Hij raapt het op en legt het uiterst voorzichtig op de salontafel. Dan zegt hij, al net zo voorzichtig: „Hiermee ben ik niet opeens bekeerd, hoor. Maar op dat moment wist ik wel dat God van me afwist. Ook uit andere teksten heb ik veel steun mogen krijgen.”
Vloeken
Toen Bernard eens een predikant hoorde uitleggen dat een depressie als gevolg van geestelijke zaken eigenlijk het werk van de duivel is, stemde hij daar hartgrondig mee in. „Bij mij is dat echt zo. Ik kan je niet zeggen met welke vreselijke gedachten ik rondgelopen heb. Gruwelijke godslasterlijke gedachten en grove vloeken rolden door mijn hoofd. Vreselijk, echt vreselijk. De dominee zei dat ze dat in de tijd van de Bijbel bezetenheid noemden. Ik ben het daar helemaal mee eens.
Waarom? Omdat ik heb gemerkt dat de duivel me met rust liet als ik de wereld diende. Er is een tijd geweest dat ik elke dag een dvd wilde kijken om maar niet somber te hoeven zijn. Toen ging het prima met me. Maar o wee als ik een goed boek pakte. Dan kwamen die gedachten weer. En die angst heeft me veel laten lezen om toch maar een oplossing te vinden. Je leest je helemaal kapot.”
Nu, ruim drie jaar nadat hij zijn tweede depressie meemaakte, is het nog altijd vechten. Elke dag. „Ik kan tegen heel kleine dingen opzien. Zo duurde het anderhalve week voordat ik de moed had om een simpele uitdraai te maken van wat bankgegevens. Vijf minuten werk, maar ik kwam er gewoon niet aan toe.”
Psalmen
Therapie heeft de 21-jarige timmerman niet, althans niet via professionele instanties. „Ik krijg veel steun van onze predikant en andere mensen uit de kerkelijke gemeente. Daarnaast heb ik van Luther geleerd dat je psalmen moet zingen, vooral als je niet meer bidden kunt. Vaak heb ik dat moeten ervaren dat bidden echt niet meer kon. Dan was zingen een goede therapie, naast orgelspelen natuurlijk.” Hij wijst naar een drieklaviers orgel in de huiskamer. Een Content. „De mensen die me een beetje kennen, horen aan mijn spel hoe ik me voel.”
Op de vraag of de depressies hem dichter bij de Heere hebben gebracht, is het even stil. Een hand gaat door het haar, de blik dwaalt naar buiten. Bernard hapert even, voor het eerst tijdens het gesprek. „Of het me dichter bij de Heere brengt, vraag je. De ene keer helemaal niet, juist verder bij Hem vandaan. Dan ben ik boos omdat de Heere die gedachten en angst nog steeds niet heeft weggenomen, ook al heb ik er zo vaak om gevraagd. Maar de andere keer maakt de strijd weer afhankelijk. En laat de Heere zien dat Hij ervan weet. Dan weet ik het weer: ik hoef het niet alleen te doen.”
Bernard heet in werkelijkheid anders.
----
Psychische gezondheid
Precies een week geleden was het de dag van de psychische gezondheid. Thema van de dag was ”Van dip tot depressie”. Reden voor Puntuit om een artikel te schrijven over een jongere die een depressie heeft meegemaakt. Via via kwam de redactie Bernard op het spoor, die na enig aandringen onder pseudoniem wilde meewerken. Op deze pagina lees je zijn verhaal.