Beste Rozemarijn, bedankt voor je wezenlijke vraag naar aanleiding van de voorbereidingspreek op het heilig avondmaal (Romeinen 4:25).
Wanneer je met een zwak geloof alleen bedoelt: het geloof dat God bestaat, dan is het antwoord nee. Immers, dat God bestaat gelooft de duivel ook (Jakobus 2:19). Hij spant zich zelfs in om het Koninkrijk van God te bestrijden.
Maar ik vermoed dat je in je vraag op iets anders doelt. Op het geloof dat diep in het hart gewerkt wordt door de Heilige Geest. Het is naar de orde van de kerk om eerst belijdenis van het ware geloof af te leggen, om daardoor toegang te krijgen tot het heilig avondmaal.
Wanneer je geloofsbelijdenis doet, belijd je daarmee dat je zondig bent (Ps. 32:5) en dat je met die zonden tot de Heere Jezus vlucht. Dit geloof in de vergeving der zonden wordt aangevochten. „Het geloof is een onrustig ding”, zei Luther al. Dat geloof in de vergeving van je zonden kan zwak en wankelend zijn. Maar daarom heeft Christus het heilig avondmaal juist ingesteld: om het zwakke geloof te versterken door brood en wijn. Ik denk in dit verband ook aan de woorden van artikel 33 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis: „Wij geloven, dat onze goedertieren God, omdat Hij met onze onbevattelijkheid en zwakheid rekening houdt, voor ons de sacramenten ingesteld heeft om Zijn beloften aan ons te verzegelen en om onderpanden te zijn van Zijn goedgunstigheid en genade jegens ons en ook om ons geloof te voeden en in stand te houden.”
Als gelovige doe je de Heere zelfs verdriet door te blijven zitten. De Heere Jezus zegt immers tegen al Zijn volgelingen (of ze nu een zwak of een sterk geloof hebben): „Doet dat tot Mijn gedachtenis” (Lukas 22:19).
Ik hoop dat het antwoord duidelijk is en je aan Jezus’ voeten zal brengen!
Met vriendelijke groet, ds. W. P. Emaus, predikant hervormde gemeente te Lekkerkerk