Korte Vijverberg, 10.45 uur. Het is nog ruim twee uur wachten voordat de gouden koets passeert, maar toch staan er al heel wat toeschouwers langs de route bij de Hofvijver. „Wat is het heerlijk weer vandaag”, zegt er een. De meeste mensen hebben hun jas wijselijk thuis gelaten. Velen zijn in het oranje gestoken.

Allerlei dialecten klinken. Uit het hele land zijn mensen naar Den Haag afgereisd. Onder wie opvallend veel basisschoolkinderen. Ook de Eben-Haëzerschool uit Teuge is van de partij. De kinderen hebben blauwe T-shirts aan met daarop de naam van hun school. Sommigen hebben een papieren muts op het hoofd. „We zijn vanmorgen om halfnegen met groep 7 en 8 in Apeldoorn op de trein gestapt”, zegt directeur Martin Kortleven. „Als school gaan we om de twee jaar met Prinsjesdag naar Den Haag. Dat vinden we in het kader van burgerschap belangrijk.”

Gert-Jan (10), Ian (10) en Bart (11) uit groep 7 hebben er zin in. „Het is voor ons de eerste keer dat we hier zijn”, zeggen ze met glinsterende ogen. In de klas hebben ze zich met behulp van een lesbrief goed voorbereid op Prinsjesdag. „We hebben veel over de Eerste en de Tweede Kamer geleerd.” Wanneer hun dag echt geslaagd is? „Als we de gouden koets goed hebben kunnen zien.”

Ians moeder is mee als begeleider. „Ik ben al een paar keer meegegaan. Ian is mijn jongste, dus dit is eigenlijk de laatste kans.” Vandaag heeft ze de verantwoordelijk over een groepje van zeven. Volgens haar is het vooral bij het instappen in de trein opletten geblazen of iedereen dat ook daadwerkelijk doet.

Stiekem

Er zijn massa’s agenten op de been. Sommigen staan langs de route, anderen rijden rond op een mountainbike of op een paard. „We screenen op afwijkend gedrag”, zegt er een. Stiekem, want hij mag eigenlijk niet met de pers praten. Hoewel zijn blik nu zo en dan spiedend rondgaat, heeft hij het vooral druk met mensen de weg wijzen. Met een armzwaai naar een passerende collega in een politievrachtwagen: „Eigenlijk gebeurt er op een dag als deze zelden iets opzienbarends. De sfeer op straat is goed. Er zijn genoeg werkdagen waarop we het een stuk drukker hebben.”

Bij een kraampje, bemand door vrijwilligers van de Ambassade van Den Haag, liggen foldertjes. Een dame – T-shirt aan met daarop de tekst ”City Host”– 
deelt uit. Wij heten bezoekers van onze stad welkom, zegt ze. „Wij zijn present als er evenementen in de stad worden georganiseerd. Enkele maanden geleden bijvoorbeeld met het wereldkampioenschap hockey. En de afgelopen vier dagen zijn we erg druk geweest met allerlei activiteiten rond 200 jaar Prinsjesdag.”

Traditiegetrouw is een Staphorster delegatie naar de hofstad afgereisd. Om halfzeven vertrok een bus met 58 personen –onder wie slechts vijf heren– uit de Overijsselse plaats. Na een tussenstop in De Meern was het gezelschap om halftien in Den Haag. „We zaten al vroeg aan de koffie”, zegt een in klederdracht gestoken Staphorster dame. „Maar het gebak smaakte er niet minder om.” Ook aan de lunch is gedacht. „We hebben genoeg bij ons om het tot drie uur vol te houden. Dan reizen we door naar de Scheveningse boulevard.”

Tussen twaalf uur en halfeen vinden veel toeschouwers het tijd worden voor een versnapering. Links en rechts grijpen mensen in hun tassen en komen er allerlei soorten broodtrommels en zakjes tevoorschijn. Kinderen glunderen terwijl ze hun tanden in een vers puntje zetten. Enkele tieners stillen hun honger met een zak stroopwafels. Rond halfeen stijgt de spanning. Nog een halfuur en dan vertrekt de gouden koets vanaf Paleis Noordeinde. Om een plek met fraai uitzicht te bemachtigen, is ellebogenwerk nodig. Op enkele tientallen meters vanaf het paleis houdt de mensenmassa halt. „Wanneer komen de koning en de koningin nu eindelijk?” zeurt een kind op de schouder van haar vader. „Heeft de gouden koets soms een lekke band?”

Dat blijkt mee te vallen. Nadat eerst enkele andere koetsen zijn gepasseerd, is daar dan toch eindelijk het moment suprême. Aangekondigd door gejuich vanaf de voorste rij en ”Oranje boven” komt de gouden koets aangereden met daarin koning Willem-Alexander en koningin Máxima. Het koninklijke paar wuift. Het publiek zwaait dankbaar terug. Voordat de meeste mensen het goed en wel beseffen, is de koets weer voorbij.

Republiek

Vivian (55) uit de Filipijnen heeft er maar weinig van gezien. Zoals elk jaar is ze met haar man enkele maanden in Nederland. Via de televisie had ze Prinsjesdag al een aantal keren gevolgd, maar nu wilde ze deze dag weleens van dichtbij meemaken. De folklore vindt ze prachtig, maar met een monarchie heeft ze maar weinig op. „Wij zijn een republiek”, zegt ze over haar eigen land. Of ze op de Filipijnen een vergelijkbare opening van het parlementair jaar kennen? „Eens per jaar spreekt de president ons toe.” Cynisch: „Dan zegt hij wat voor goede dingen hij allemaal doet voor zijn land.”

De echte fanatiekelingen nemen geen genoegen met alleen het zien van de gouden koets, maar spoeden zich naar Paleis Noordeinde. Een vrouw uit Achterberg was hiervoor net te laat. „Ik was met mijn moeder en dochter bij de Oranjetribune en miste helaas net de balkonscène.” Of het geen smetje op de dag was? „Absoluut niet. We hebben met volle teugen genoten.”