In de aula is het een rumoer van jewelste. Het overgrote deel van de ruim 300 leerlingen op deze Zeeuwse school is aanwezig. Ze praten, lachen, schreeuwen en rennen, onderwijl hun lunch naar binnen werkend.

Alle leerlingen weten dat hun school een excellente school is. Maar waarom? Een groepje meiden uit 2 havo probeert antwoord te geven op die vraag. „Het is hier gezellig.” „We krijgen goed onderwijs en hebben goede docenten.” Maar er zijn ook nadelen. „De school is wel een beetje klein; iedereen kent iedereen.” „Ja, op den duur heb je alles wel gezien.”

In de aula zit een groep jongens uit de vierde van het vmbo: Willem-Jan, Ad, Christian en Arjen. „Het is juist leuk dat het hier zo klein is”, vinden ze. „Op een grotere school loop je zo langs elkaar heen.” „Je moet het gewoon zelf elke dag gezellig maken, door lol te trappen in de klas bijvoorbeeld.”

Of ze goede docenten hebben? „Als je zelf leuk tegen hen doet, doen zij dat ook. We merken dat ze ons volwassener behandelen nu we in de vierde zitten. We krijgen ook meer zelfstandigheid bij opdrachten. Zo willen ze ons voorbereiden op onze vervolgstudie.”

Twee jongens die tegen de deur van de aula geleund staan, willen liever niet in de krant komen. „Het is saai hier”, mompelt een van hen met een neerslachtige blik, en samen met zijn makker slentert hij weg.

Eersteklassers Jearinde, Anastasia en Jantine zijn het beslist niet met hem eens. Ze kunnen maar één nadeel aan de school bedenken: „Dat iedereen om de beurt corvee moet doen in de aula”, zegt Jearinde. Met een zucht: „Ik was juist deze week aan de beurt.”

Maar verder? De Russische Anastasia is alleen maar enthousiast over het onderwijs dat ze hier krijgt. Ze woont nog maar sinds juni in Nederland en weet dus nog goed hoe het in Rusland was. „De leraren hier zijn beter dan in Rusland. Ze hebben aandacht voor je, proberen je te begrijpen en je echt iets te leren.”

De meiden hebben zelfs een cijfer in gedachten voor hun excellente school: een 9,5. „Omdat het zo’n goede school is”, vinden ze complimenteus.

----

Trots en nuchter

Hij is trots op zijn school, locatiedirecteur Kunst. De Thoolse locatie van het Calvijn College, die maar 334 leerlingen heeft, haalt hoge slagingspercentages en richt zich op zelfstandigheid en vorming van de leerlingen. Dát is de reden waarom ze excellent is, legt Kunst uit.

Wat de onderwijsinstelling anders doet dan andere scholen? „We leggen veel verantwoordelijkheid bij de leerlingen. Zij organiseren bijvoorbeeld elk jaar de open dag en treden daarbij op als een soort ambassadeurs van de school richting de nieuwe leerlingen uit groep 8.

Ook moeten ze een persoonlijk ontwikkelingsplan maken, waarmee ze leren stilstaan bij hun eigen ontwikkeling.

Verder krijgen ze bijvoorbeeld een vak dat we als school zelf ontwikkeld hebben: technologie. Daarbij leren ze allerlei vaardigheden op het gebied van techniek, zorg en welzijn, handel en administratie.

En heb je moeite met de lessen? Dan kun je vanaf de vierde klas elke woensdagmiddag bijles krijgen op school.”

De oorkonde prijkt nu ingelijst en wel in de hal van de school. Toch is-ie helemaal niet zo belangrijk voor Kunst. „Natuurlijk is het mooi als anderen zien dat het een goede school is, maar de oorkonde is voor ons geen doel op zich. We zijn nuchtere Zeeuwen die gewoon ons best willen doen.”