Half uit elkaar gehaald staat de molen woensdag in het praktijklokaal. De jongens buigen zich erover en overleggen met hun instructeur, Martien van de Vreede. „Dit is echt een mega­klus!” zegt Van de Vreede. „Maar de jongens moeten het doen, en niet ik. Ik vroeg hun of ze het zagen zitten. Ze waren dol­enthousiast.”

Elke leerling van de afdeling bouwen, wonen en interieur (bwi) heeft een taak die bij hem past. Bart van Zuidland buigt zich over de molentrap. „Ik schrok toen ik de trap zag. Hij is behoorlijk rot, dus er moeten veel latjes vervangen worden.” Bart wijst op een gedeelte dat achter hem staat. „Dat stuk is zelfs van de molen afgebroken.”

Het schaalmodel heeft twaalf jaar buiten gestaan, op 40 meter afstand van de originele molen. Het hout is behoorlijk aangetast door regen en wind.

Omdat er veel moet gebeuren, is er geen tijdstip afgesproken waarop het project klaar moet zijn. „Veel delen zijn helemaal rot”, zegt Van de Vreede. „Maar het mooie is dat de jongens meteen met de klus zijn begonnen. Het komt goed, hè jongens?” „Het komt zeker goed”, antwoorden ze met volle overtuiging.

In de ruimte met machines is het een herrie. Bart Maljaars (15) uit Aagtekerke zaagt latjes voor het molendak, maar zet zijn zaag even uit en haalt z’n beschermers van zijn oren. „Renoveren is best leuk. Ik had het nog nooit gedaan. Elke dag leer ik wel wat. Later wil ik graag timmerman worden, dus het is mooi om ervaring op te doen.”

Jan-Willem Meulmeester (15) uit Arnemuiden schaaft de daklatjes. Ook hij is enthousiast. „Het is weer eens wat anders om aan een molen te werken.”

Bart van Zuidland heeft nog andere motieven om aan het project te mee te doen. Hij is niet alleen geïnteresseerd in timmeren; Bart is ook leerling-molenaar. Deze klus lijkt voor hem gemaakt. „Ik werk sinds twee jaar op een molen. Soms komen er klasgenoten naar me toe om te vragen waarvoor een bepaald onderdeel is. Ik weet precies hoe zo’n molen in elkaar zit en vind het leuk om te helpen met opknappen. Het interesseert me enorm.”

Van de Vreede slaat hem op z’n schouder. „Je bent verliefd geworden op dat molentje, hè?” Bart: „Ja, en ik heb u er ook gek op gemaakt.”