Mariska (21), Arjan (21), Rowena (40) en Corina (21) hebben alle vier op deze pagina verteld over het volgen van belijdeniscatechisatie. Ze hopen op tweede paasdag belijdenis te doen. Hoe is dit voor hen?
Waarom gaan jullie belijdenis doen?
Mariska: „Ik heb het verlangen om bij de gemeente van God te horen. Ook wil ik de verantwoordelijkheid van de doop overnemen van mijn ouders.” Arjan vult aan: „Ik wil mijn doop beamen. Ik mag belijden voor de gemeente dat God mijn Vader is. Dat zoiets moois ook voor mij is.” Corina: „Ik kan me geen leven voorstellen zonder de Heere Jezus. Door dat te belijden neem ik mijn verantwoordelijkheid voor God en de gemeente.” Rowena: „De Heere heeft mij geroepen en daarop mag ik antwoorden.”
Hoe leven jullie toe naar het belijdenis doen?
Corina: „Ik merk dat de vraag me bezighoudt of mijn geloof wel echt genoeg is” Mariska: „Ook gelovige mensen hebben die worsteling. Je bent niet de enige.” Ook Arjan heeft te maken met aanvechting: „Het helpt me om te bidden dat God die twijfels weg wil nemen en mijn geloof wil bewaren.” Rowena: „Hoe dichterbij ik kom, hoe meer de duivel aan mij gaat trekken. Hij trekt aan ons, hij wil niet dat er weer een paar belijdenis gaan doen.”
Wat verwachten jullie van het belijdenis doen?
Arjan: „Het is een wonder dat ik belijdenis ga doen. Ik had ook een andere richting op kunnen gaan.” Mariska: „Ik verlang ernaar, maar het is ook spannend.” Corina: „Kunnen we ooit zeggen dat we er goed genoeg voor zijn? Daar gaat het niet om. Hij is goed voor ons.” Arjan: „Daarom is de Heere Jezus ook voor ons gestorven.” Rowena: „Het gaat er juist om dat wij niet goed genoeg zijn. Het gaat meer om Hem dan om ons.”
Hoe hopen jullie verder te gaan na de belijdenisdienst?
Rowena: „Ik zie uit naar de pleitgrond van de doop. Als ik het dan moeilijk heb, kan ik zeggen: Heere, U hebt het beloofd, ik kan het niet alleen.” Arjan: „God heeft gewerkt dat ik ook geen weg terug meer wil.” Mariska: „Ik ben soms bang dat mijn geloof afzwakt. Maar ik zie dat God in zo veel mensen werkt. Dan denk ik: zo’n wonder kan ook voor mij.” Corina: „God werkt echt. Wij twijfelen zo vaak aan Zijn gewilligheid om ons te bekeren, maar Hij wil niets liever.”