Ds. Schuurman, hervormd predikant in Harderwijk, sprak gisteren in Doorn tijdens een studieweek voor theologiestudenten, georganiseerd door de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland. Volgens hem gaat het in het brengen van het Evangelie in de eerste plaats om de boodschap van het heil. Maar dat mag nooit een vrijblijvende boodschap zijn. „Het Woord van de levende God kan niet voor kennisgeving worden aangenomen. Het vraagt om een reactie. En geen reactie is ook een reactie.”
Als het Evangelie geen gehoor vindt, roept dat Gods toorn op. „En Gods toorn uit zich in de vorm van het oordeel. En dat is het eeuwig oordeel voor wie het Evangelie ongehoorzaam blijft. Als de notie van het oordeel buiten beeld raakt, verliest de verkondiging haar klem. Dan wordt in de prediking het geding van God met ons niet meer gevoerd. En dat is kwalijk. Ik denk dat je moet zeggen dat je dan als prediker ernstig tekortschiet.”
Spreken over het oordeel is volgens de predikant niet hetzelfde als zeggen dat mensen buiten Christus geen toekomst hebben. „Het is nog iets anders om de gemeente nadrukkelijk te confronteren met de toorn van God over zonde en ongeloof, en in het verlengde daarvan met de eeuwige ondergang, met de rampzaligheid, ja met de hel. Dat roept weerstand op.”
Ds. Schuurman constateert dat het in de prediking steeds moeilijker wordt om het oordeel te benoemen. Zo is er sprake van een afnemend besef van de eeuwigheid. „We zetten onze zinnen zó sterk op de schatten van deze wereld, dat de verwachting van Gods heerlijkheid op een laag pitje staat. Het hiernúmaals houdt ons meer bezig dan het hiernámaals. In hoeverre leeft binnen de christelijke gemeente nog het besef dat er tijdens ons leven een beslissing valt voor de eeuwigheid?”
Het oordeel van God is echter een realiteit. „Wie het oordeel wil ontkennen, moet fors gaan strepen in de Heilige Schrift. Jezus noemde tientallen keren de mogelijkheid van verloren gaan. Maar dan wel in het kader van ongeloof en onbekeerlijkheid. Het oordeel vormt in de Bijbel nooit een zelfstandig thema.”
Volgens de predikant uit Harderwijk raakt God vertoornd als mensen Zijn liefde afwijzen en Zijn Woord niet gehoorzamen. Gods toorn is ten diepste miskende liefde. „Toorn behoort niet tot Gods wezen. Er staat nergens in de Bijbel dat God toorn ís. We lezen wel in de eerste Johannesbrief dat Hij liefde is. Dát is Zijn wezen.”
Predikanten dienen echter wel het oordeel van God aan te zeggen. „Laten we vooropstellen dat alleen de Heilige Geest mensen overtuigt. Dat is een van de werkzaamheden van de Geest: overtuigen van zonde, in de eerste plaats van ongeloof. Maar daarvoor gebruikt Hij de verkondiging. En dat vraagt van de prediking dat we de notie van het oordeel ook aansnijden. Of anders gezegd: dat de prediking ontdekkend is.”
Ontdekkend preken is dat de gemeente „voor God wordt gedaagd.” „Uiteraard zijn we zondige mensen. Maar voor onze eigen beleving valt het doorgaans nog wel mee. En dat moet ontmaskerd worden. Hoe? Doordat we geconfronteerd worden met Gods bedoeling met ons leven. Heb ik God lief boven alles, en ook de naaste als mijzelf?”
Het oordeel staat echter nooit los van het Evangelie. „Gods recht valt niet te scheiden van Zijn barmhartigheid. Als we Gods gericht verkondigen zonder venster op Gods genade, dan kan het maar zo gebeuren dat we mensen tot wanhoop drijven. Onderschat niet wat een eenzijdige prediking teweeg kan brengen. Van de profeten kunnen we leren dat oordeelsprediking tot bekering wil leiden. In Zijn toorn denkt God ook aan Zijn ontferming.”