„We noemen het jeugdcriminaliteit, en daardoor lijkt het minder ernstig, maar het is een volwassen probleem. We moeten erbovenop zitten en jongeren laten weten dat we hen in de gaten houden”, zegt criminoloog Henk Ferwerda, directeur van het Arnhemse onderzoeksbureau Beke. Sinds een jaar of vijf volgt hij de 731 hinderlijke jeugdgroepen, de 186 overlastgevende straatbendes en de 59 criminele groepen jongeren op de voet.

In de laatste categorie is voorlopig weer een criminele straatbende uitgeschakeld. De politie Haaglanden lichtte gisterochtend vroeg elf jongeren in de leeftijd van 17 tot 20 jaar van hun bed. Zij worden verdacht van zeker 25 woning­inbraken, straatroven, gevallen van intimidatie en mis­handeling, alsmede het veroor­zaken van overlast.

In een interview in dagblad Trouw van vandaag zegt een van de bende­leden dat de rest van de groep zich voorlopig schuilhoudt en zich daarna gaat hergroeperen. Sommige leden gaan naar Marokko om bij familie en vrienden te logeren, anderen doen dat in Nederland. Anderen blijven ondergedoken in Den Haag.

Stad en regio Den Haag staan volgens de meest recente cijfers, uit 2012, met elf criminele jeugdbendes op de tweede plaats in het landelijk klassement. De politieregio Utrecht telt volgens bureau Beke achttien criminele jeugdgroeperingen. Grote steden springen er sowieso uit. „Het is voornamelijk een grootstedelijk probleem rond achterstands­wijken, waarbij schooluitval, jeugdwerkloosheid en een concentratie van allochtone jongeren invloed hebben”, zegt Ferwerda. „We zien echter ook jeugdbendes in Culemborg en Zaltbommel met soortgelijke factoren.”

De daling van het aantal problematische jeugdgroepen is volgens Ferwerda een gevolg van een gerichte aanpak van jeugdbendes, ingezet door toenmalige minister Ter Horst (Binnenlandse Zaken) en minister Opstelten (Veiligheid en Justitie). „Deze aanpak heeft absoluut prioriteit”, aldus de criminoloog. Hij verwijst naar de top 600 in Amsterdam, waarbij burgemeester Van der Laan criminele jongeren in beeld heeft gebracht. Ferwerda: „Dat levert op termijn rendement op. Jongeren vinden het niet leuk als ze uit de anonimiteit van zo’n grote straatbende worden gehaald.”

De criminoloog signaleert ook het ‘Daltoneffect’, een verwijzing naar de criminele Daltonfamilie uit de Lucky Lukestrips. „Jonge broertjes die het voorbeeld van hun oudste broer volgen en ook in zo’n jeugdbende terecht­komen.” Hij gelooft niet in een relatie met de economische omstandigheden, waarbij jongeren minder rooskleurige vooruitzichten hebben. Ferwerda: „In 2009 was het met de economie beter gesteld, maar waren er meer problematische jeugdgroepen.”