Volgens de advocaat werd Anass verteld dat zijn ouders zouden worden aangehouden als hij niet meewerkte en dat hij moest bekennen wilde hij de band met zijn vader goed houden.

Medeverdachten zouden Anass een leidende rol hebben toegedicht. Daarbij zou ook de term ‘meesterbrein’ zijn gevallen. Kodrzycki gelooft dat niet. Volgens hem typeren zijn vader, leraren en zijn oudere broer hem eerder als een domme jongen die „extreem lui” zou zijn. Overigens is zijn vader de oud-directeur van de Ibn Ghaldoun en werkte hij tijdens de inbraak als natuurkundeleraar.

Kodrzycki wil dat een deskundige onderzoek doet naar de persoon van Anass. De diefstal door de inmiddels 19-jarige jongen zou vooral „uit de hand gelopen kattenkwaad” zijn geweest. Daarom wil Kodrzycki later vragen Anass via het jeudstrafrecht te berechten. Het Openbaar Ministerie heeft geen bezwaar tegen een dergelijk deskundigenonderzoek.

Tijdens de verhoren van de negen verdachten van examenfraude op de Ibn Ghaldounschool lijken ze elkaar regelmatig te beschuldigen. Zo zijn termen als ‘meeloper’ en ‘meesterbrein’ gevallen. Ook zijn er bekennende verklaringen afgelegd.

De officier van justitie schetste aan het begin van de zitting een beeld dat de verdachten meerdere keren via het dak inbraken in de school. Al op 30 april zouden enkele van hen een voorverkenning hebben gedaan. Vervolgens werden pakketjes examens gestolen, gefotografeerd en teruggelegd, aldus het Openbaar Ministerie. De examens zouden via USB-sticks of in geprinte vorm zijn verspreid.