Wie de Heere Jezus voor haar is? De vraag raakt Annieke. „Omdat het een levensvraag is.” In het licht van deze vraag verbleken alle andere, volgens Annieke. „Als je geen antwoord kunt geven, mis je alles. Zonder Christus kun je niet voor God bestaan.”

Tegelijk is Annieke schuchter, omdat ze aan God Zelf het antwoord verschuldigd is. De twintiger is bang dat ze zichzelf centraal stelt. „Komt God aan Zijn eer? Dat is de vraag die mij bezighoudt, ook als ik antwoord mag geven op deze vraag. Wat anderen ervan vinden, raakt me minder. Het gaat om God.”

Ze formuleert voorzichtig. „De Heere Jezus is mijn Alles.” Ze knikt. „Hij is mijn Redder en Zaligmaker. Door Hem kan en mag ik zijn wie ik ben.”

Anniekes leven nam drie jaar geleden een opmerkelijke wending. Die werd voorbereid door een trieste gebeurtenis. „In havo 4 overleed een klasgenootje. Dat maakte diepe indruk op me. Als ík het was geweest? Wat dan? Ik wist dat ik niet kon sterven, omdat ik niet verzoend was door het bloed van Jezus Christus.”

Onrust haakt zich vast in haar hart. Toch verandert er niets wezenlijks. „Ik leidde een dubbelleven. Luisterde naar popmuziek, maar getuigde ook een keer in een radioprogramma. Ik bad of God mij wilde bekeren, maar bleef tegelijk doen waar ik zelf zin in had.”

Op haar negentiende beheerst de onrust Annieke. „Ik voelde dat ik niet kon sterven. Dat God niet aan Zijn eer kwam, dat ik mijn doel op aarde volledig miste. Daarover sprak ik met een medechristen. Hij gaf me een eenvoudig advies: „Ga op je knieën en belijd je schuld aan God.” Ik deed het. Puur met m’n verstand. Maar ik wist dat ik bij God alleen moest zijn.”

Annieke bidt. Daarna leest ze Jeremia 1. Vers 5 slaat in als een bom: „Eer ik u in moeders buik formeerde, heb ik u gekend, en eer gij uit de baarmoeder voortkwaamt, heb Ik u geheiligd.” Een teer moment dat ze nooit zal vergeten. „Ik las het vers wel vijftien keer. Totaal verslagen voelde ik me. En tegelijk ervoer ik de tekst als een antwoord van God. Daar twijfelde ik niet aan.”

Vreugde

De onrust lijkt verdreven. Dat God haar leven omkeerde en haar vergeving van zonden schonk, lijdt voor Annieke geen twijfel. „Hij kent mij. Dat wist ik vanaf dat moment zeker. Tegelijk durfde ik niet te zeggen dat ik Christus kende en Zijn kind mocht zijn.”

Even peinst ze. Dan, glimlachend: „Na dat moment was ik vooral blij. Zo ongelooflijk dankbaar en verwonderd dat God me uit de wereld trok en me als Zijn kind aannam. Die vreugde was geen jas die ik mezelf aantrok, maar gaf God van binnenuit. Bijzonder, want van mezelf heb ik niet direct een optimistisch karakter. Nu kon ik zo veel meer relativeren. Omdat ik in God Zelf mijn vreugde vond.”

Hooglied

Die blijdschap straalt Annieke uit. En die roept eveneens reacties op. „Ik kreeg vragen of ik wel voldoende besef van mijn zonden ervoer. Dat werkte God ook zeker. Tegenover Christus’ volmaaktheid had ik niets te bieden dan mijn zonden en onvolmaaktheid. Als ik naar mezelf keek, liep ik hopeloos vast, maar in Christus ervoer ik onnoemelijke vreugde. Ik verlangde niets anders dan Hem te volgen en te dienen.”

Tegelijk kampt Annieke lange tijd met vragen over de verzekering van haar geloof in Christus. „Een halfjaar lang heb ik erg geworsteld met de vraag of God me wel vast zou houden. Zoals twee mensen een einde aan hun relatie kunnen maken, zo paste ik menselijke eigenschappen toe op God.”

Door het Hooglied van Salomo verzekert God Annieke van Zijn trouw. „De bruid wordt uiteindelijk gevonden door de Bruidegom. Die geschiedenis gebruikte de Heere om me zekerheid te geven dat Hij me nooit alleen zal laten. Los van alle twijfel aan mezelf mag ik elke dag vertrouwen op God.”

Het betekent niet dat Annieke gevrijwaard is van Gods vijanden. Met de duivel, de wereld en haar eigen vlees heeft ze dagelijks te kampen. „Soms zie ik meer op de omstandigeden dan op Christus. En ik schaam me als ongelovigen me vragen waarom ze zouden moeten geloven; dat betekent dat ik de geur van Christus niet voldoende verspreid.”

Het leven met Hem prijst Annieke aan. „Als je mag weten dat je leven in Gods machtige Hand ligt, krijg je rust. Ik kan niet in woorden uitdrukken hoe rijk het leven met Christus is. Hij biedt onvoorwaardelijke liefde en stelt nooit teleur.”

Gods voorzienigheid troost Annieke. „God loopt niets uit de hand. Zijn trouw loopt als een rode draad door mijn geloofsleven en bemoedigt me elke dag weer. Ondanks mijn ontrouw is Hij getrouw. En Zijn plannen –ook met mijn leven– falen niet.”

-

Jongerendag +16 ”Wie is Jezus... voor jou?”

”Wie is Jezus... voor jou?” is het centrale thema van de +16 jongerendag van het Hervormd Jeugdwerk (HJW). De bijeenkomst wordt zaterdag gehouden in het gebouw van de gebouw van het Revius Lyceum in Doorn. Puntuit is erbij. Lees volgende week maandag meer.

Klik {hier voor het volledige programma#http://www.hervormdjeugdwerk.nl/+16/jongerendag-+16}.

----

In samenwerking met het HJW besteedt Puntuit tot en met zaterdag aandacht aan het thema ”Geloven”. Reageren kan op puntuit.nl/geloven. Twitteren kan ook, gebruik dan #puntuitgeloven.


-

Confronterend, vindt Arjan het thema van de jongerendag. Omdat de vraag de tegenstellingen in zijn leven blootlegt. Een duidelijk antwoord op de concrete vraag moet hij schuldig blijven. „Ik kan niet oprecht zeggen dat Jezus mijn Zaligmaker is. Het zou schijnheilig zijn, omdat ik weet dat daar een andere levenswijze mee gepaard moet gaan.”

Arjan aarzelt. „Het voelt dubbel. Leven zonder de Heere Jezus kan ik me niet voorstellen. Bidden, Bijbellezen, naar de kerk gaan hoort daar bij. Maar ten diepste gaat het om het persoonlijk geloof in Hem. En dat je breekt met de zonden.”

Tegenstrijdig

De twintiger onderkent de tegenstrijdigheden in zijn leven. Aan de ene kant wil hij graag leven zoals God het van hem vraagt, aan de andere kant kampt hij met allerlei verleidingen. Hij is gevoelig voor popmuziek, verslingerd aan voetbal en komt tijdens het uitgaan in kroegen.

Arjan loopt niet weg voor zijn verantwoordelijkheden. Erkent dat hij de zonde bewust doet en dat die tussen God en hem instaat. „Ik voel dat het niet in overeenstemming is met het dienen van God. Ik vind het erg moeilijk om verleidingen te weerstaan en nee te zeggen. Ik besef dat God alleen mij kan helpen om radicaal te breken met de zonde. Maar het is ook oneerlijk als ik er om bid en zelf niet voldoende strijd tegen de verleidingen.”

Arjan is zich ervan bewust dat hij zichzelf te veel ruimte biedt. „Aan de andere kant zie ik het niet zo zwart-wit dat bijvoorbeeld voetbal voor mij boven God staat. Dan zou ik ermee breken. Ik zie sport niet als een belemmering. En ik maak bewust de keuze om niet op zondag te voetballen.”

In zijn werk als taxichauffeur ontmoet Arjan veel ongelovige mensen. „Dat maakt het dubbel voor me: aan onchristelijke mensen zou ik willen vertellen dat er een God is en dat ik Hem persoonlijk ken. Maar dat zou ik niet durven zeggen tegen mijn dominee, bijvoorbeeld. En dat voelt niet goed.”

Belijden

In zijn predikant ziet Arjan een voorbeeld. „Ik zou de dominee niet voor de gek kunnen houden. Hij weet hoe de vork in de steel zit en dat ik midden in de wereld sta. Ik zou net zo dicht bij God willen leven als hij doet. Hij is tevreden met Jezus alleen. Ik heb die sterke drang naar de wereld en vind het erg moeilijk om te strijden tegen verkeerde dingen.”

Toch besloot Arjan om dit jaar belijdeniscatechisatie te volgen. „Ik durf nu niet te zeggen dat ik persoonlijk mijn geloof in de Heere kan belijden. Maar ik hoop er meer te leren. Zodat ik ook kan zeggen dat Jezus mijn Verlosser is.”