„Ik verbeeld me vooral scheikundige reacties, als ik aan onderzoek denk”, zegt Anita. Ze was afgelopen jaar 4 vwo’er aan het Driestar College in Gouda en wil „misschien godsdienstwetenschappen studeren, maar geen onderzoeker worden.” Haar schoolgenoot Mariëtte, 5 vwo’er, is het daar helemaal mee eens, hoewel zij voor een studie Engels kiest. Maar proefpersoon willen ze allebei wel zijn.
De reis gaat naar NEMO, een wetenschappelijk museum in Amsterdam. Een museum met bordjes waarop staat: „Alles mag aangeraakt worden.” Overal zijn bewegende apparaten, en volledig zelf ontdekken is geboden. Dus ook hoe het is om proefkonijn te zijn. In een afgeschermde kamer mogen de dames plaatsnemen achter een laptop. Om mee te doen aan een onderzoek over hoe mensen reageren op veranderingen.
„Nee, zenuwachtig zijn we niet”, geven de meiden aan. Rustig luistert Anita naar de Nederlandse instructies van een van de onderzoekers. Mariëtte moet het met Engelse uitleg doen. Zo internationaal is wetenschap nu eenmaal. Beiden krijgen een koptelefoon op. Daarna zijn enkel nog wat muisklikken te horen in het stille ‘onderzoekslaboratorium’.
De onderzoekers Schomaker en Rangel-Gomez willen ontdekken of mensen door het krijgen van heel nieuwe informatie alerter reageren op hun omgeving of juist afgeleid worden en slechter presteren. Ook bekijken zij of het humeur deze reactiesnelheid beïnvloedt.
„Op een schaal van 0 tot 100 moesten wij aan het begin en aan het eind van het onderzoek aangeven hoe blij we waren”, vertelt Mariëtte. „Dat is best lastig: ben je nu ‘80 blij’ of ‘90 blij’? Ik vulde aan het begin van het onderzoek 90 in en als eindscore 70.” Anita lacht: „De mijne begon op 80 en werd 70. Maar nu ben ik weer 80 hoor.”
Het verdere onderzoek bestond uit computeropdrachten. „We kregen plaatjes te zien en soms klonken piepjes. Bij het horen van de piepjes moesten we zo snel mogelijk op de computermuis klikken. Onze reactiesnelheid werd gemeten”, vertelt Anita. „Vaak klonk zo’n piepje bij een plaatje dat we nog niet eerder gezien hadden”, vult Mariëtte aan. „De kunst was om niet automatisch te klikken als er een nieuw plaatje verscheen.” Voor de onderzoekers is het vooral interessant of de meiden sneller of juist later klikten als het piepje klonk wanneer er een nieuw plaatje in beeld kwam.
De gemiddelde reactiesnelheid van Mariëtte was 0,41 seconde, terwijl Anita gemiddeld 0,31 seconde nodig had. „Halverwege werd ik er een beetje duizelig van hoor”, zegt Mariëtte. Beiden klikten slechts één keer fout.
De meiden kijken nu heel anders naar wetenschappelijk onderzoek. „Onderzoeken kan dus op veel meer manieren dan wij dachten”, zegt Mariëtte. Anita knikt: „Niet alleen chemische reacties, maar gewoon alle dagelijkse dingen kunnen onderzocht worden.”
„Onderzoek doen is prachtig werk”, verzekert Judith Schomaker. „Het is over grenzen heenkijken, naar de randen van de menselijke kennis.” Samen met Mauricio Rangel-Gomez doet zij onderzoek in de psychologie.
De onderzoekers zijn blij met hun onderzoeksterrein in NEMO. „Er komen heel verschillende mensen”, zegt Schomaker. „Van kinderen tot opa’s en oma’s. Dat is goed voor ons onderzoek.” Rangel-Gomez legt uit: „Zo laten de uitkomsten goed zien wat de gemiddelde reactie op onverwachte situaties is.”
Onderzoekers moeten heel precies te werk gaan. „We zijn in totaal zo’n anderhalf jaar bezig voordat we een artikel met de uitkomsten kunnen publiceren”, vertelt Schomaker. „Maar we worden gedreven door nieuwsgierigheid. We leren hier elke dag en daar genieten we van”, zegt Rangel-Gomez.
Tijdens schoolvakanties kunnen bezoekers van NEMO proefpersoon zijn voor wetenschappelijke onderzoeken die vanuit de Vrije Universiteit van Amsterdam worden gedaan. Tot 22 juli loopt de proef van Schomaker en Rangel-Gomez. Daarna begint een ander onderzoek.