De leerlingen deden proeven met schuim en convectie. Schuim bestaat uit water, zeep en lucht.
Proef met schuim
Op aarde zakt schuim snel in elkaar door de zwaartekracht. Dat weet iedereen die wel eens in bad heeft gezeten. Maar in de ruimte, zo blijkt uit de proef die André deed, verdwijnt het schuim helemaal niet. Want in gewichtloze omstandigheden is er niets dat aan de bubbels trekt.
Proef over convectie
Het tweede experiment ging over convectie. Convectie is het natuurverschijnsel dat warme lucht opstijgt en koude lucht juist daalt. Datzelfde geldt voor water. Vanuit het raam Cupola liet André zien dat heel veel verschijnselen op aarde te maken hebben met convectie. Oceaanstromen, wolkenpartijen en zelfs vulkanen.
Bij NEMO werd met kleurstof heel duidelijk dat water in een buisje opstijgt als je het buisje warm maakt met je hand of een föhn. Maar hoe zit dat in de ruimte? In de ruimte gebeurt helemaal niets! En ook dat is een wetenschappelijk resultaat, zeggen de bedenkers van het experiment, onderzoekers Jack van Loon en Sebastiaan de Vet: „In gewichtloze omstandigheden is geen convectie. Als je dus wetenschappelijke proeven wilt doen zonder dat je last hebt van convectie, moet je ze naar het ISS sturen.”
{Bekijk hier een video over een bijeenkomst in NEMO waarbij live-verbinding was met Andre in de ruimte#http://www.ruimteschipaarde.nl/ruimtelog/Wetenschap-in-de-ruimte-n-op-de-grond-video-/169}